Categorie: nieuws

Double Think en Zen

<Webwereld column>

Doublethink is een begrip dat door George Orwell geïntroduceerd is in zijn beroemde roman ‘1984’. Het is een mentaal mechanisme dat mensen in staat stelt oprecht en tegelijkertijd twee volkomen tegengestelde ideeën te geloven zonder die tegenstelling als problematisch te ervaren.

In de ruim tien jaar dat ik me in Nederland heb beziggehouden met opensource en open standaarden in de publieke sector ben ik heel wat geoefende doublethinkers tegen gekomen. Zo is mij gedurende al die jaren door ‘experts’ en insiders geduldig uitgelegd dat de migraties naar opensource desktops die de community  wilde onmogelijk waren omdat ambtenaren niet met andere platformen konden werken. Non-techies iets anders geven dan de Windows+Office desktop waarop ze getraind waren in het Nederlands onderwijs zou tot rampen leiden. Het Kon Echt Niet.

De stelligheid waarmee dit (tot op de dag van vandaag) op allerlei plekken als tegeltjeswijsheid gezegd wordt heeft mij altijd verbaasd. Eerder was Nederland namelijk van WP5.2 op DOS naar Word6 op Windows gemigreerd en toen is de Aarde toch ook echt gewoon blijven draaien, gingen kinderen naar school en kwam er water uit de kraan.

De diverse migraties, de meeste buiten Nederland, laten inmiddels ook zien dat gewone eindgebruikers prima hun werk kunnen doen met alternatieve platformen, mits ze daar even wat uitleg en ondersteuning bij krijgen (iets dat men trouwens ook volkomen normaal vindt bij de migratie naar nieuwe releases van de gebruikelijke proprietary systemen).

Dezelfde mensen die jaren lang met grote stelligheid beweerden dat ‘Het Echt Niet Kon’ zijn inmiddels druk bezig om heel trots iPads uit te rollen naar allerlei managers en directeuren die daar om allerlei redenen om vragen, of ze zelf meenemen. Kennelijk is de adoptie van een totaal ander platform, met een totaal andere interface, helemaal niet zo problematisch als al die jaren is gesteld. Huh?

De klassieke ‘Rijkswerkplek’ bloedgroep aangevoerd door IT hoofden van ministeries, gemeenten en gesteund door Microsoft, Pinkroccade en Centric, wilde jaren lang heel Nederland ‘standaardiseren‘ op proprietary tools. Het beheer daarvan dan zou dan gedaan worden door de Nederlandse businesspartners van Microsoft. Indien gevraagd waarom zo’n kwetsbare en peperdure monocultuur noodzakelijk is roept men: ‘samenwerken!’. Want ‘samenwerken’ kan volgens deze mensen alleen als iedereen met exact dezelfde spullen werkt (nevermind dat op internet miljoenen mensen samen dingen doen met zeer verschillende tools). En die spullen moeten aansluiten bij wat mensen al kennen want iets nieuws leren is tenslotte ‘niet realistisch’.

De Web2.0 bloedgroep wil alles in ‘de cloud’ zodat ze met iPads vanuit de Starbucks kunnen ‘samenwerken’ met collega’s en consumenten-burgers-ondernemers. Dat dit de controle over de informatievoorziening van de staat in handen legt van oncontroleerbare private en buitenlandse partijen is geen onderdeel van de discussie. ‘We moeten met de modernste tools kunnen werken!’ Gevraagd wat men dan concreet zou willen doen blijft het antwoord vrijwel altijd schuldig of wordt er wat gemompeld over experimenten en het belang van ‘samenwerken’.

Beide bovenstaande bloedgroepen worden door elkaar en na elkaar geprogrammeerd op ‘e-government’ congressen en andere feesten zonder dat iemand deze tegenstellingen lijkt waar te nemen. Het is Doublethink in z’n ultieme vorm: het tegelijkertijd geloven van twee tegengestelde ideeën zonder een conflict te ervaren. van 11:00 tot 11:30 geloven dat een Microsoft monocultuur een noodzakelijke randvoorwaarde is om ambtenaren ‘te laten samenwerken’ en dan van 13:30 tot 14:00 met evenveel gemak geloven dat hippe 2.0 ambtenaren gewoon met hun privé aangekochte iPad, geautoriseerd via LinkedIn, op het Rijks-intranet moeten kunnen zodat ze eindelijk kunnen ‘samenwerken’ met andere ambtenaren. En niemand wijst naar de kleren-loze keizer en stelt vast dat minstens één van deze twee verhalen onzin moeten zijn (en waarschijnlijk beide).

Ondanks al deze focus op samenwerken zitten overheidsorganisaties elkaar regelmatig dwars, werken langs elkaar heen, vinden wielen 300 keer opnieuw uit of wijzen naar elkaar als er dingen fout gaan. Van zoveel surrealisme kunnen zelfs Caligula en G.W. Bush nog wat leren.

Opensource vs proprietary in de overheid is slechts één van de voorbeelden waar sluwe verkopers van dubieuze bedrijven kennelijk veel gewenster zijn dan personen met aantoonbare expertise. Ook bij het EPD, stemcomputers, de OV-chip en de beveiliging van haar eigen systemen kiest de overheid actief voor liegende en bedriegende verkopers en/of incompetente ambtenaren ten gunste van belangeloze burgers en academici met aantoonbare top expertise.

Na lektober en het Diginotar drama leek het er even op dat er wellicht een lampje was aangegaan maar inmiddels is duidelijk dat men problemen oplost door ze als onveranderbare werkelijkheid weg te definiëren. Met de logica van ‘het-is-nu-eenmaal-zo-dat’ is jarenlang iedere beweging naar grotere leveranciersonafhankelijkheid en diversiteit van systemen tegengehouden. Nu wordt dezelfde logica gebruikt als excuus bij het falen rond beveiliging. Het is een beetje alsof brandveiligheid wordt gerealiseerd door te roepen dat niet alle gebouwen in brand staan en de brandweerauto’s er bovendien met 130Km/u naar toe mogen rijden. ‘We reageren dus heel snel!’. Preventie wordt gezien als lastig en bovendien: ‘het-is-nu-eenmaal-zo dat je het nooit veilig krijgt’.

Ondanks deze meest recente knieval voor buitenlandse spionage diensten en criminelen gaan talloze megalomane IT-projecten gewoon door. De burger moet de overheid dus wel vertrouwen met allerlei intieme gegevens ondanks het feit dat die overheid zelf toegeeft niet in staat te zijn deze adequaat te beveiligen. Als uitvoerende van zo’n project moet je Doublethink wel tot een permanente mentale toestand hebben gemaakt om niet in ernstige gewetensnood te komen.

Ooit was er een overheid in Nederland die de Deltawerken bouwde en er voor zorgde dat Nederland in de top-2/3 van de wereld meedraaide op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs, sociale zekerheid, veiligheid, democratie en transparantie van bestuur. Alleen Zweden en Denemarken deden het soms beter.

Vandaag de dag voelt het alsof de Nederlandse overheid zichzelf aan het opheffen is. Kan niks, wil niks, doet niks. Wellicht moeten wij er als burgers ook zo tegenaan kijken. Geef ze niks, vraag ze niks, verwacht niks. Het Zenboeddhisme van de burger-overheids relatie. Happiness is low expectations!


Cybercrime; preventie vs. repressie

<Webwereld column>

Cybercrime en cyberoorlog zijn op dit moment de hippe termen om als overheid extra middelen en mogelijkheden te verwerven. Als men cybercrime kan combineren met de distributie van afbeeldingen van kindermisbruik (ook wel bekend als kinderporno) is het helemaal prijsschieten. Dan mag bijna alles. Wat daarbij vreemd blijft, is dat al die aandacht gaat naar het distribueren van afbeeldingen, terwijl het toch om die kinderen zou moeten gaan. Ik heb nooit helemaal begrepen hoe die kinderen worden beschermd door het filteren op die afbeeldingen.

Bart Schremer gaf gisteren in zijn opiniestuk een overzicht van de vragen waar opsporingsinstanties mee zitten. Enerzijds verwacht de samenleving (of liever het mediasysteem) van wetshandhavers dat alle misdaad onmiddellijk en perfect wordt opgelost, en dan liefst ook nog voor een bescheiden budget. Anderzijds willen de meeste Nederlanders nog steeds liever geen politie-staat naar Noord-Koreaans of Amerikaans model.

Maar wat in alle discussies over toelaatbare opsporingsmethoden, (cr)(h)ackende KLPD-ers en crime-fightende politici ontbreekt, is de vraag waarom cybercrime zo enorm gegroeid is. Het feit dat we veel meer en complexere IT gebruiken zal daar zeker aan hebben bijgedragen. Maar een belangrijke andere factor is de enorme digitale ongeletterdheid onder verreweg de meeste burgers en een extreme technische mono-cultuur op de desktop. Afgezien van wat slappe voorlichtingscampagnes doet de overheid er weinig aan burgers echte kennis en volwassenheid bij te brengen.

Als je al wat langer online zit (=langer dan 15 jaar) is het lastig je voor te stellen dat veel internetgebruikers van vandaag helemaal niet weten hoe een URL in elkaar zit. Met de browsers van vandaag is dat ook niet meer zo nodig. Vaak zie ik mensen een naam van een site in Google intikken (die als homepage ingesteld staat) en daarna doorklikken. En dus voert men ook zonder blikken of blozen bankgegevens in op helpdesk.br.ru/ING, of iets dergelijks. Want het logo stond in de mail en het is toch de helpdesk van de ING? Als mensen het verschil zouden snappen tussen een top level domein en de rest van de URL, kunnen ze zelf waarschijnlijk wel bedenken dat hun ING bank niet in Rusland huist.

Een van de belangrijkste oorzaken van het succes van cybercrim is dus de diepe onwetendheid van de meeste computergebruikers. Deze onwetendheid wordt mede veroorzaakt door een onderwijssysteem dat op trucjes traint in plaats van dat het mensen echt inzicht biedt. Het ‘computerrijbewijs’ is gewoon een cursus MS-Windows & MS-Office en geeft geen enkel inzicht in wat een computer doet of hoe netwerken functioneren. Niet dat iedereen tot systeemprogrammeur hoeft te worden opgeleid, maar en set minimale inzichten (zoals het kunnen ‘lezen’ van een URL) zou al veel leed kunnen voorkomen.

Daarnaast blijft de enorme monocultuur van computersystemen een groot probleem dat de overheid nog steeds actief groter maakt. Zo is het in Nederland vrijwel onmogelijk de middelbare school af te maken zonder toegang tot een systeem met MS-Windows en MS-Office. Een school besturen en gefinancierd krijgen is nog veel moeilijker. Studeren aan veel universiteiten is zonder Google-account in hoog tempo onmogelijk aan het worden en voor het functioneren aan andere instellingen is een Facebook-account verplicht.

De Tweede Kamer, horend de beraadslaging, constateerde in 2002 al dat software een cruciale rol speelde in de kennissamenleving, en dat de aanbodzijde van de softwaremarkt op dat moment sterk geconcentreerd was. De Kamer verzocht de regering dan ook zich maximaal in te zetten om hier verbetering in aan te brengen.

Het zijn de eerste zinnen van de Motie Vendrik over de niet-functionerende markt voor desktopsoftware, die al vrij snel buiten beeld zijn geraakt in alle discussies over PDF/A en welk opensource CMS nou het beste is. Maar het ging dus in eerste instantie om een verstoring van de softwaremarkt, niet de interne bedrijfsvoering van middelbare scholen, gemeentes en agentschappen. Die verstoring oplossen is een veel taaiere klus dan ‘iets met open standaarden doen’.

Hoewel steeds meer rekenwerk in mistige wolken gebeurt, verloopt de interactie met die wolken nog steeds voornamelijk via desktop/laptopsystemen. En de markt voor deze systemen is nog vrijwel net zo gemonopoliseerd als in 2002. Diegene die controle heeft over deze desktops, heeft de facto controle over de informatievoorziening van Nederland. Tot nu toe lijken vooral criminelen interesse te hebben in onze desktops. Het desktoplandschap van Nederland is een extreme software mono-cultuur. Deze mono-cultuur maakt ons kwetsbaar, en de afgelopen tien jaar heeft de overheid vrijwel niets gedaan om deze kwetsbaarheid te verlagen.

De rol van IT voor het van seconde tot seconde functioneren van onze samenleving is de afgelopen jaren echter sterk toegenomen. Ziekenhuizen, havens, vliegvelden, scholen, politiebureaus en ambulance dispatchers? Allemaal kunnen ze alleen functioneren met werkende desktop Pc’s. En die Pc’s draaien vaak Windows zonder de laatste updates. Criminelen of buitenlandse cyberlegers die deze systemen kunnen overnemen of uitschakelen hebben onze samenleving in een wurggreep.

Als cybercrime en wellicht cyberoorlog echt zo belangrijk is, zou het logisch zijn als de overheid een begin maakt met computeronderwijs dat ook echt onderwijst, het zo snel mogelijk afbouwen van onze software-mono-cultuur en het reduceren van de hoge afhankelijkheid van buitenlandse dienstverleners. Op deze gebieden echte stappen zetten heeft meer zin dan nog meer macht geven aan een overheids-apparaat dat daardoor steeds meer totalitaire trekjes krijgt, terwijl de competentie ervan terecht nog zeer ter discussie staat.

Update, terwijl ik de column aan het schrijven was maakte een vermoedelijk Russische crimineel mijn punt nog eens even door 100.000 computers te besmetten via een java kwetsbaarheid en een hack van de website nu.nl. Alle besmette system draaiden MS-Windows. Veel meer details in het post-mortum rapport van Fox-IT.


ACTA; war over. We win. Again

<Webwereld column>

Volgens Maxime Verhagen heeft de ‘gewone’ Nederlander niks van ACTA te vrezen. Dit verdrag is namelijk bedoeld om kinderporno sites uit de lucht te halen. Ga naar de link en luister het nog eens terug want hij zei het echt!

En da’s mooi want hoewel ik best graag een downloadje mag draaien beperk ik mij tot films en boeken die in het wat meer geaccepteerde deel van het mediaspectrum vallen. De uitspraak is echter we een boeiende blik in het hoofd van onze Minister-van-alles. Kennelijk maakt deze zich bij distributie van fotografisch bewijs van kindermisbruik in de eerste plaats druk over mogelijk auteursrechtelijke aspecten. Is dit beroepsdeformatie of gewoon sterke taakgerichtheid? Daar zou een journalist eens in moeten duiken. For the lulz.

Maar zelfs uit de surrealistische farce die modern westers copyright is komen mooie dingen. Nee ik heb het niet over meer muziek, films of boeken. Want er is geen enkel bewijs dat er meer cultuur wordt gemaakt als we 14-jarige downloaders harder aanpakken. Wel is de laatste weken weer heel duidelijk is gebleken wat het nut is van een gemeenschappelijke vijand. Dankzij ACTA zijn meer Europeanen dan ooit actief betrokken bij een kritische discussie over modern auteursrecht en de balans met burgerlijke vrijheden. Dat is pure winst. Verder lijkt ACTA stervende nu zelfs Eurocommissaris Viviane Reding terugtrekkende bewegingen maakt (ze ziet de politieke bui al hangen) en het ene na het andere Europese land ondertekening opschort. Burgers hebben na ruim 3 jaar ‘crisis’ een vrij scherp bullshit filter ontwikkeld voor het soort neo-liberale onzin waar ACTA vol mee staat en men pikt het gewoon niet meer. Net als bij Software Patenten duurt het altijd even voor de protesten op gang komen maar als ze eenmaal los gaan kiezen volksvertegenwoordigers toch voor de mensen die hen weer op een zetel kunnen stemmen over een paar jaar.

Dichter bij huis heeft de rechtszaak van Brein tegen Ziggo en XS4all over het blokkeren van The Piratebay een hoeveelheid media aandacht gecreëerd die onbetaalbaar was geweest als marketing campagne. Miljoenen Nederlanders die nog niet bekend waren met de site zagen deze meerdere avonden op het acht uur journaal uitleg over wat men met de site kon doen. Verboden smaakt altijd naar meer en een toename van gebruikers lijkt dan ook een logisch gevolg. Heeft iemand trouwens echt praktische last had van de door BREIN zo hard bevochten blokkade. Anyone? Ook de enorm succesvolle actie tegen Megaupload was wereldnieuws en zorgde voor een dip in filesharing. Die zeker 48 uur duurde. En een hoeveelheid reclame voor dergelijke diensten en concepten die zelfs Kim Dotcom niet had kunnen financieren. Waarvoor dank dus.

Het enige wat alle lobby’s en rechtszaken van de copyright-industrie de afgelopen 15 jaar hebben uitgehaald is een zeer snelle innovatie van de technologie voor extreem gedecentraliseerde media-distributie. Na de meest recente push is de hele database van The Piratebay samengeperst tot 90MB. Dat kan je vanuit je telefoon over Bluetooth 2.0 met je buurmens delen tijdens een metrorit. Want sharing is caring toch?

Er is nog wel eens wat gepruttel over het ‘illegale downloaden’ in media en onder astro-turf reaguurders. Behalve dat het in Nederland niet illegaal is dan. Maar feiten zijn nimmer het sterke punt geweest van de copyright lobbyisten. Laten we dat misverstand permanent uit de weg ruimen. Er zijn twee manieren om naar auteursrecht vraagstukken te kijken: juridisch en moreel.

Juridisch is het simpel. Van de wet mag men een kopie maken voor eigen gebruik onafhankelijk van de aard van de bron en onafhankelijk van de wensen of bedoelingen van de auteur. ‘Illegaal downloaden’ bestaat dus niet want … (wait for it) … het is legaal. Het is ook geen ‘diefstal’ want als het diefstal was hadden we geen auteursrecht nodig en konden we met gewoon eigendomsrecht toe. Het bestaan van auteursrecht geeft dus al aan dat het niet hetzelfde is. Iedereen die nu nog dergelijke onzin blijft verkopen is op z’n best ongeïnformeerd of advocaat bij DLA Piper, maar ik herhaal mezelf.

Een moreel perspectief op auteursrecht is veel complexer omdat we dan ook moeten kijken naar de moraliteit van de wet zelf (het feit dat iets in de wet staat maakt het nog niet moreel, slavernij en martelen waren ooit ook wettelijk toegestaan). Daarnaast is het van belang hoe deze wetten tot stand komen. Wat ACTA heel scherp laat zien is dat moderne auteursrecht wetgeving een slangenkuil is van internationale lobby’s, liegende bedrijven en politici, bedrogen volksvertegenwoordigers en burgers die opzettelijk in het donker worden gehouden.

Praten over auteursrecht vanuit een moreel perspectief waarbij dit aspect niet wordt meegenomen is onzinnig. Sinds ACTA hoeven we ons niet langer moreel gebonden te voelen aan wetgeving die niet democratisch tot stand komt of beïnvloed kan worden door onze volksvertegenwoordigers. We zullen zelf moeten bepalen wat moreel is en wat niet op dit gebied want de wet biedt hier duidelijk geen houvast meer.

En aangezien de copyright-industrie hier geen echt gesprek over wil aangaan ligt de uitkomst vast: over tien of twintig jaar krijgen we een  uitwisseling tussen vertegenwoordigers van de restanten van de entertainment industrie en de nazaten van The Piratebay. Die zal lijken op de beroemde uitspraak van Amerikaanse Kolonel Summers tegen zijn Vietnamese tegenhanger: “You know, you never beat us on the battlefield…”. Waarop Kolonel Tu zei, “That may be so, but it is also irrelevant.”

Net als in iedere guerrilla zullen de ‘opstandelingen’ ook hier winnen. En om dezelfde redenen: ze zijn slimmer, flexibeler, hebben brede steun onder de bevolking en alle tijd van de wereld. Een verstandig entertainment-executive doet er goed aan wat geschiedenis boeken te lezen en de lessen te leren over het verloop van guerrilla conflicten en de gevolgen van het verliezen er van. Hint: de VS worstelde een kwart eeuw met haar Vietnam syndroom en de Sovjet Unie overleefde haar verlies in Afghanistan niet.

War over. We win. Music anyone?


SOPA; niet ons probleem

<Webwereld column>

SOPA protestGisteren was de grote SOPA-protest dag. Wikipedia (in het Engels), Boingboing, Reddit en vele andere sites gingen ‘op zwart’. Andere sites hadden banners en zelfs google.com had een regeltje onder de zoekbalk dat mij opriep contact op te nemen met het Amerikaanse congres. Onder die link stond: "Millions of Americans oppose SOPA and PIPA because these bills would censor the Internet and slow economic growth in the U.S". Ook een gezongen klassieker roept mij op "mijn congreslid te bellen". Op google.nl stond het regeltje niet, waarmee google duidelijk aangeeft hoe zij tegen de zaak aankijken; het is een intern Amerikaans politiek probleem.

De afgelopen weken zijn er vele oproepen geweest om ook buiten de VS in actie te komen tegen SOPA. Deze oproepen liepen synchroon met allerlei online protesten en verontwaardiging over de door Obama getekende anti-terrorisme wet NDAA. Onder deze wet kan de VS iedereen die ‘verdacht’ is van betrokkenheid bij ‘terrorisme’ (beide verder nauwelijks gedefinieerd) onbeperkt opsluiten of zelfs doden zonder vorm van proces of enige andere vorm van rechterlijke toetsing (denk Stalin, jaren ’30). De boosheid hierover is op zich terecht maar komt ruim tien jaar te laat. Het enige wat er namelijk nieuw is aan de NDAA is dat de VS nu haar eigen burgers mag aanpakken op manieren die al sinds eind 2001 toegepast (kunnen) worden op de 6,5 miljard mensen in de rest van de wereld.

Allerlei Big Brother-wetgeving die de laatste tien jaar is ingevoerd aan de andere kant van de plas neemt nu zulke bizarre vormen aan dat Oracle zichzelf geen Amerikaans bedrijf meer wil noemen en Europese bedrijven Amerikaanse aanbieders beginnen te mijden. Het hele land gaat kennelijk door een Orwell-fase heen en dus is het handig om een veilige afstand te bewaren totdat dit voorbij is.

Zelfs Micheal Geist, anders een geweldige informatiebron rond ACTA, weet niet te overtuigen. Wellicht is SOPA wel een breder Noord-Amerikaans probleem maar dat heeft dan nog steeds weinig met de rest van ons te maken. In Nederland heeft Bits Of Freedom een goed overzicht van redenen om je als Europeaan druk te maken over SOPA en vergelijkbare wetgeving. Hieronder vier punten en waarom ze in mijn optiek uiteindelijk niet over ons gaan:

"De internettoegang tot een website te laten blokkeren." Vervelend voor Amerikanen maar met ons heeft het niks te maken. Amerikanen kunnen middels een buitenlandse VPN-dienst trouwens eenvoudig een dergelijke blokkade omzeilen. Goed voor Europese VPN-providers dus.

"De domeinnamen in beslag te laten nemen of te saboteren." Gebruik geen .com/.org/.net voor je website/dienst, gebruik geen Amerikaanse DNS-diensten en maak je niet te afhankelijk van diensten die hieronder draaien. Dat was lang voor SOPA ook al een goed idee. Je domein wordt dan niet in beslag genomen door de douane en je wordt niet uitgeleverd wegens vermeende schendingen van Amerikaans auteursrecht.

"Betalingen aan de website te staken." Het is inderdaad vervelend dat er een Amerikaans duo-poli is op het gebied van creditcards. Echter, Visa en Mastercard hebben al bij Wikileaks laten zien dat een concrete wetsovertreding of beschuldiging daarvan helemaal niet nodig is voor een blokkade. Gelukkig krijgt Europa steeds meer systemen als Ideal, die rechtstreekt met je lokale bankrekening werken.

"De website uit zoekresultaten te laten halen." Als de Amerikaanse overheid echt Google wil slopen als beste zoekmachine is dat tragisch, maar het opent ook weer de markt voor niet-Amerikaanse alternatieven die zich niets van SOPA-achtige wetten hoeven aan te trekken. Google kan natuurlijk ook zichzelf klonen, net als Ikea een Nederlandse stichting worden en vanuit Zurich en de Eemshaven hun Europese klanten bedienen.

Kijkend naar die lijst zie ik vooral een bevestiging dat wij ons erg afhankelijk hebben gemaakt van allerlei Amerikaanse dienstverleners (het lijkt de softwaremarkt wel!). Die afhankelijkheid is voor ons het echte probleem, niet de politieke-scheet-van-de-maand in de VS. En alternatieven vinden en/of ontwikkelen voor die overzeese partijen is ook iets waar we in Europa zelf wat aan kunnen doen. Daar zou dus de focus op moeten liggen.

Amerika is stuk, heel erg stuk. Als een Amerikaans politicus voorzichtig voorstelt dat de VS zich zelf aan de regels moet houden die het aan anderen oplegt wordt deze uitgejouwd. Dit is het niveau van het debat in de aanloop naar de volgende ‘verkiezingen’ (ik gebruik de term ruim – het is meer een TV-spektakel). Het idee dat het nog mogelijk is via een redelijk debat op basis van feiten de Amerikaanse politiek te beïnvloeden lijkt hopeloos naïef. zoals George Carlin in 2005 al uitlegde, het politieke systeem van de VS is veel te corrupt om zich nog echt bezig te houden met de belangen van Amerikaanse burgers, laat staan de belangen van niet-Amerikaanse burgers. (x) ongeschikt voor ons Europeanen dus.

Het verstandigste wat Europeanen kunnen doen is afscheid nemen en stemmen met onze voeten (portemonnee en DNS registraties). Dat zullen ze in de VS vast wel begrijpen, zo zijn ze zelf tenslotte ontstaan.


ACTA en SOPA zijn geweldig!

<Webwereld column>

Maatschappelijke betrokken mensen zijn erg goed in morele verontwaardiging, vaak terecht, maar even zo vaak van een aandoenlijke naïviteit. Zo kijk ik al weken met enige verbazing naar Amerikaanse occupy-activisten die geschokt (geschokt zeg ik u!) zijn als een politieagent (of de rent-a-cop van een universiteit) ze zonder aanleiding slaat met wapenstok of met pepperspray bespuit.

Dat deze ambtenaren zo veel geweld gebruiken is op zich inderdaad niet netjes. Maar wie daar anno 2011 nog van schrikt roept toch de vraag op of men de afgelopen 10 jaar een beetje het nieuws heeft gevolgd. Je dacht toch niet dat je gestolen verkiezingen, illegale aanvalsoorlogen, kleuters beschieten met anti-tank wapens en het martelen van onschuldige burgers jarenlang kon laten gebeuren, zonder dat uiteindelijk de consequenties van zo’n overheid bij jezelf in de straat zouden belanden?

Net zoals de naïve verontwaardiging van sommige occupy-activisten over hun regering en haar gewapende arm heeft de boze verbazing waarmee in de IT-pers over ACTA en SOPA wordt geschreven iets kinderlijks. De copyrightindustrie is al decennia bezig om de lengte van het auteursrecht op te rekken tot het-eind-der-tijden-plus-een-dag-extra.

Sony heeft er geen problemen mee om de computers van hun klanten aan inbraken bloot te stellen. Vanuit de kantoren van auteursrechthandhavers wordt flink getorrent. Kleuters en bejaarden zonder PC, overleden personen en zelfs een HP-laserprinter worden valselijk beschuldigd van auteursrechtinbreuk (door de advocaten van de industrie structureel gelabeld als "Diefstal"). We weten met z’n allen nu toch wel waar we mee te maken hebben?

Daarom ben ik wel blij met de totale Kafka-combo die ACTA/SOPA aan het worden is. Nu ACTA en SOPA er bijna doorgedrukt zijn, weten we met z’n allen waar we staan. De wolven hebben hun schaapskleren afgegooid en tonen zich voor wat zij zijn. Roofdieren zonder interesse in ons welzijn. Wij hoeven dus niet meer quasi-geschokeerd te zijn over het feit dat bepaalde grote bedrijven zich als roofdieren gedragen.

Als we vastgesteld hebben dat we met roofdieren te maken hebben kunnen we maatregelen nemen. Geschokt achteraf stampvoeten en boos zijn op de wolf die losgaat in een kleuterspeelzaal is geen effectieve maatregel. Een roofdier is wat hij is. Wil je ongelukken voorkomen, dan moet je een hek om die kleuterspeelzaal zetten, of wellicht zelfs om de wolf.

Als we willen dat ICT werkt in ons belang, moeten we dus zorgen dat de techniek ontworpen is in ons belang in plaats van in de belangen van softwareverkopers of copyright boeren. Computers en netwerkdevices die doen wat wij willen dat ze doen zelfs als dat niet in het commerciële belang is van een handvol grote bedrijven of de onwettige politieke wens van een gelobbyde overheid.

De enige organisatie dit al ruim 25 jaar roept is de Free Software Foundation. De afgelopen 15 jaar is de discussie over de principes van vrije software vrijwel volledig ondergesneeuwd door de veel zakelijkere en pragmatische benadering van het Opensource Initiative. Reden om het Opensource Initiative destijds op te richtten was letterlijk de te principiële houding van de Free Software Foundation.

Inmiddels zijn alle dingen waar de FSF al lang geleden voor waarschuwde werkelijkheid aan het worden en blijkt een gebrek aan principes in discussie over de toepassingen van technologie ons lelijk te gaan opbreken. Vrijwel alle PC’s (waaronder ik ook even Mac’s reken), telefoons en gameconsoles hebben functies aan boord die er niet zijn voor ons maar voor bedrijven die geld aan ons willen verdienen. Als je niet de baas bent over je computer, is het dan nog wel jouw computer/telefoon/console/router/enz

Dit is een oude politieke les; als je te lang wacht met protesteren mag/kan je niet meer protesteren. Dit geldt niet alleen voor het aanspreken van overheden die stupide oorlogen beginnen of banken in de staatskas laten graaien. Dit geldt net zo goed voor de vraag wie er de baas is over de computers en netwerken waar we inmiddels totaal van afhankelijk zijn. Als we gezamenlijk niet vragen om principes, krijgen we technologie waar principes geen rol spelen.

De ideeën van de Free Software Foundation zijn nog nooit zo belangrijk geweest. Niet omdat proprietary software slechter is geworden (soms) of omdat Free Software zo veel beter is geworden (veel!) maar omdat onze eigen systemen thuis de laatste digitale plek is waar we nog iets over te zeggen hebben.

Wat meer principieel nadenken (naast het technisch-functionele) over de IT die we gebruiken houdt de wolven buiten.


Privacy rechten niet meer via het het recht.

<oorspronkelijk een Webwereld column> – <ook op Sargasso.nl>

Het lijkt de laatste jaren wel alsof alles wat gecentraliseerd is faalt. Overheden die problemen moeten oplossen (of gewoon een IT-projectje goed afronden), centrale banken die moeten toezien op het gedrag van gewone banken, IT bedrijven die ons oplossingen moeten bieden die veilig zijn en onze privacy enigszins respecteren…

Decentrale dingen doen het wel goed: bittorrent, niet-westerse volksopstanden, opensource software, hacktivisme en wellicht wordt het zelf nog wat met Occupy. Ik ben blij dat Bits of Freedom en internationale tegenhangers als de EFF bestaan want zij zetten onderwerpen op de kaart bij bestuurders en andere 50-plussers die daar anders nooit over zouden nadenken. In Berlijn is de Piratenpartij zelfs met ruim 9% van de zetels het lokale bestuur binnengevlogen en staat in Duitsland landelijk ook op mooie winsten.

Maar helpt dat hameren op ‘rechten’ ook echt? Want ondanks alle petities, moties, acties en andere ties-en bewegen onze (digitale-)burgerrechten nog steeds de verkeerde kant uit. In Nederland is het nauwelijks nog mogelijk de middelbare school af te maken zonder Microsoft of Apple producten aan te schaffen. Ondanks een lange serie beloften en afspraken op dit gebied van onze overheid. Er zijn zoveel Pc’s die door online criminelen worden bestuurd dat Microsoft speciaal voor Nederland een ‘grote schoonmaak‘ op touw zet. Wordt het ook meteen weet eens duidelijk wie er ultimo de controle heeft over al die systemen. Ondertussen grijpt de overheid haar eigen Diginotar falen aan om de online wereld die ze niet begrijpt nog sterker te reguleren.

De wijze waarop het ACTA verdrag bruut alle vormen van democratisch toezicht van tafel veegt is een duidelijke indicatie waar het heen gaat als het aan onze Atlantische partner ligt. SOPA is slechts de kers op de slagroomtaart van redenen om helemaal niets meer met Amerikaanse diensten te maken willen hebben. [x] Ongeschikt.

Wellicht is het een beter gebruik van onze tijd om gewoon accepteren dat onze overheden gewoon niet (meer?) capabel zijn om weerstand te bieden aan de macht van bedrijven. Op een één of andere manier heeft er een slow-motion paleisrevolutie plaatsgevonden door mensen die de overheid vooral ‘efficiënter’ willen maken met behulp van heel veel MBA-kretologie over ‘bedrijfsvoering’. Dat daarbij de primaire taak van die overheid rap aan het verdampen is lijkt niet te deren. En de bedrijven zelf zijn kennelijk veel te druk met winst maken en elkaar bevechten om zich zorgen te maken over burgerrechten en dat soort archaïsche concepten uit de 2e helft van de 20ste eeuw. In plaats van dan steeds te proberen een systeem te beïnvloeden dat helemaal niet bezig is met onze belangen kunnen we dan gewoon voor onszelf en elkaar gaan zorgen. Niet leuk om vast te stellen maar het geeft wel duidelijkheid in wat ons te doen staat.

In dat geval zou Bits of Freedom wekelijks installeer workshops geven van crypto software en publicaties uitbrengen die mensen op weg helpt met dergelijke tools. Ze zou haar communicatieve kwaliteiten aanwenden om de kreet ‘crypto is cool’ op ieders lippen te krijgen. Stichting Nlnet zou alle energie zetten op het hip en gebruikersvriendelijk maken van die stukken software. En bepaalde Webwereld journalisten zouden als een moderne deepthroat technische kennis over anonieme-OV-chipkaart-hacken-voor-gevorderden voor een breed publiek toegankelijk maken.

Burgerrechten organisaties en hacktivisten zouden dus heel andere, wellicht veel effectievere, dingen gaan doen. Zelf ontleen ik de privacy van mijn email al sinds 2006 niet meer aan de wet op het briefgeheim maar aan een mailserver buiten de EU, SSL verbinding er naar toe door een VPN-tunnel die ook buiten pas de EU het internet opgaat. En dan alle echt belangrijke mails individueel ook nog crypten met GPG. Ik neem trouwens aan dat die horden terroristen die volgens onze overheid Europa bevolken ook dergelijke maatregelen hebben genomen – voor nog geen 2 tientjes per maand – wat dus die hele dataretentie onzinnig maakt. Wat met mail al heel eenvoudig is kan binnenkort met telefonie ook, alles over VOIP via via internationale VPN’s. Zelfs met mobiel moet dat grotendeels realiseerbaar zijn op korte termijn (hoewel je locatiegegevens een probleem blijven).

Dan nog je anonieme OV-chip hacken, een toekomstige variant van Bitcoin voor geldstromen, dat allemaal op je vers geïnstalleerde Linux laptop (met versleutelde harddisk) en klaar is Klara. En dan de verleiding weerstaan om je hele leven in Facebook te zetten en je blijven uitschrijven voor het EPD. Digitale privacy los van enige wetgeving. Daar heb je geen overheid voor nodig. Dat regel je als moderne burger zelf. Better living through technology.

Jammer dat het zover heeft moeten komen want dat democratie-ding was op zich best een leuk idee.


iTunes voor ebooks

<Webwereld column>

In 1996 kreeg ik mijn eerste MP3’s. Opslagcapaciteit was duur, dus bewaren ging op gebrande cd-roms. Er konden 10-12 audio-cd’s op een cd-rom. Conversie van een audio-cd naar een serie mp3’s duurde uren en ging met een encoder vanaf de commandline. Afspelen kon alleen met een PC (of erg dure laptop) dus op de vraag ‘wat heb je daaraan?’ van familie en vrienden had ik geen goed antwoord. Behalve dat ik stilletjes inschatte dat harddisks groter zouden worden en laptops met geluid goedkoper en lichter. In 2000 had ik voor het eerst een PDA met audio. Op een geheugenkaart van 256Mb konden een paar albums. Ik ben vergeten wat dat allemaal gekost heeft. Waarschijnlijk maar beter ook.

Een jaar later kwam Apple uit met iTunes om het eenvoudig te maken digitale muziek verzamelingen te beheren. Niet veel later volgde de eerste iPod en dit soort apparaten in combinatie met grafische software maakte mp3’s bruikbaar voor een breed publiek. Het gevolg is dat vrijwel alle muziek die bestaat nu eenvoudig ergens te downloaden is. Het is aan het individu of er voor betaald wordt, want downloaden is in veel landen niet illegaal en waar het dat wel is heeft dat nauwelijks effect op het gedrag van mensen. En met Kafkaëske wetgeving is dat m.i. volkomen terecht.

E-books en e-readers

In 2003 kocht ik een Zaurus PDA waarop ik boeken kon lezen. Ik moest die boeken dan eerst wel als platte ASCII file op een geheugenkaart zetten en er was geen echte lees-app. Het werkte technisch wel, maar niet echt. De iRex e-reader die ik in 2007 kocht was het eerste echt bruikbare apparaat om boeken op te lezen. Hoewel het gebruiksgemak en de batterijduur te wensen over lieten. Die eerste iRex was het equivalent van de eerste iPod. Een te dure gadget met stevige beperkingen. Maar wat er echt ontbrak was een iTunes equivalent. Een gebruikersvriendelijk stuk software waar niet-technische boekenliefhebbers hun verzamelingen mee konden beheren.

Inmiddels zijn er heel veel betaalbare e-readers en er wordt ook heel wat afgelezen op tablets en smartphones. Zelf lees ik van mijn android telefoon, die ondertussen ook mijn iPod heeft vervangen.

Open source iTunes

Maar de game-changer is de beschikbaarheid van een iTunes equivalent voor e-books: Calibre (spreek uit Kali-ber). Calibre is een desktop app die op Windows, MacOSX en Linux draait en het beheer van grote verzamelingen e-books binnen bereik van de meeste computergebruikers brengt. Net als bij iTunes kan vanuit Calibre rechtstreeks worden gezocht en geshopt in online boekwinkels. Als Europeaan loop je dan wel regelmatig aan tegen allerlei territoriale beperkingen (‘this e-book is only available in the US and Canada for copyright reasons’). Dus dan bestel ik maar weer gewoon de hardcover voor in de kast en download ik de digitale versie op een plek waar de 21ste eeuw wel begonnen is.

Heel anders dan iTunes is Calibre volledig opensource en ontworpen om de belangen van de eindgebruiker te dienen. Met Calibre is het daarom heel eenvoudig om e-books naar andere formats te converteren of de DRM van e-books te verwijderen, zodat deze te lezen zijn op andere devices dan de verkoper wellicht bedoelde. Calibre heeft diverse slimme functies om e-books te delen. Zo is het mogelijk boeken vanuit Calibre direct te mailen, waarbij je per mailadres kan instellen of er een format-conversie gedaan moet worden. Handig voor die vriend(in), pappa of geliefde met een ander merk e-reader dan jij. Ook is het mogelijk om (delen van) je verzameling te exporteren in het neutrale ePub format of je bibliotheek via een LAN te delen via een ingebouwde webservice.

Echte verandering

Alle onderdelen voor een herhaling van de opkomst-van-de-mp3-en-ondergang-van-de-muziekindustrie zijn nu dus beschikbaar. Goedkope en bruikbare readers, software voor beheer en conversie en een wereldwijde infrastructuur om content te delen. Brede omarming van e-books zal veel sneller verlopen dan mp3’s omdat mensen inmiddels gewend zijn aan delen en downloaden enerzijds en omdat boeken veel kleiner zijn dan muziek of video anderzijds (een roman is 0,2 tot 1 Mb). Op een USB-stick van 10 euro passen dus meer boeken dan de meeste mensen in hun leven zullen lezen. Het laatste jaar is de diversiteit aan boeken en de kwaliteit van gedeelde verzameling online enorm toegenomen. Even zoeken op de naam van je favoriete auteur in combinatie met .torrent en bingo. Je kan ook zoeken op ‘epub’ of ‘kindle’ en mooie verzamelingen vinden en zo kennismaken met nieuwe auteurs.De komende 2-3 jaar kunnen we dus een herhaling verwachten van alle discussies rond boeken en lezen die we de afgelopen 10 jaar hebben gezien rond de digitale distributie van muziek. De uitkomst van die discussie zal naar alle waarschijnlijkheid hetzelfde zijn: de ‘industrie’ roept om het hardst dat het niet eerlijk is en dat er geen letter meer geschreven zal worden zonder DRM en harde handhaving. Het publiek haalt de schouders op en downloadt nog een boekverzameling terwijl meer schrijvers dan ooit meer boeken schrijven dan ooit en daarmee meer geld verdienen dan ooit.

Discussie en leesplezier

Calibre software, e-readers onder de 100 euro en ThePiratebay gaan waarschijnlijk meer doen voor de beschikbaarheid van boeken dan de 2 euro per Nederlander die de Rijksoverheid er aan uitgeeft. Ik wens u allen veel leesplezier toe!

Diegenen die discussies willen voeren over de wettelijke en/of morele aspecten van downloaden raad ik aan eerst even eerdere columns te lezen. Dit om herhaling van zetten te voorkomen.