Auteur: arjen

Klinkklare onzin

[ironie] Volgens de Business Software Alliance (BSA) brengt het gebruik van proprietary software allerlei risico’s met zich mee. En als belangenbehartiger van een aantal grote proprietary softwareleveranciers is de BSA vanzelfsprekend in een prima positie om dat te beoordelen [/ironie]. Volgens een recente brief van de BSA bestaan er financiële- en juridische risico’s en ook nog eens de kans op reputatieschade voor de gebruikende organisatie. Klinkt een beetje als asbest, kernafval of kinderporno. In ieder geval niet iets dat je in je bedrijf wil.

De brief die door de BSA naar bedrijven, overheden en andere organisaties wordt gestuurd, geeft inzichten in de denkwereld van de BSA en daarmee van hun leden.

Tegen de tijd dat je de derde zin van de brief hebt uitgelezen, heb je al twee leugens moeten slikken. Ten eerste wordt categorisch gesteld dat het gebruiken van software zonder licentie illegaal is. Dit is net zo’n onzin als de uitspraak dat drugsgebruik áltijd illegaal is. Het hangt af van de licentie en de context waarin deze wordt gebruikt. Public domain software hééft niet eens een specifieke licentie.

Direct daarna volgt de uitspraak dat het werken met software zonder licentie ‘diefstal’ is. Het is moeilijk voor te stellen dat een juridische organisatie als de BSA het verschil niet kent tussen diefstal en auteursrechtinbreuk. Als we ervan uitgaan dat de juristen bij de BSA niet volstrekt incompetent zijn, blijft weinig anders over dan de mogelijkheid dat ze bewust hun doelwitten op het verkeerde been proberen te zetten. Dit gedrag wordt ook wel aangeduid als ‘uit je nek lullen’ of ‘liegen’. Take your pick.

Op risicoalarm.nl (de naam alleen al roept ‘paniek!’ op) wordt een en ander verder toegelicht. Het staat vol met links die ik als antireclame voor proprietary software zou opvatten. Een recent Nederlands voorbeeld was de gemeente Leiden die plotseling zich genoodzaakt zag voor 464.000 euro extra Microsoft-licenties te moeten aanschaffen. Dit bedrag is anderhalf keer zo hoog als het budget van het Amsterdamse gemeenteproject om de migratie naar een free-software-gebaseerde desktop mogelijk te maken. Zelfs een bedrijf met tien werkplekken kan worden geconfronteerd met boetes van tienduizenden euro’s. Voor een dergelijk bedrag kan een kleine kantooromgeving bijna of geheel worden gemigreerd naar vrije software.

De BSA claimt regelmatig dat het terugdringen van auteursrechtinbreuk op de software van hun leden goed zou zijn voor de Nederlandse economie. De logica die hierbij wordt gebruikt, is voor mij niet te volgen. De leden van de BSA zijn vrijwel allemaal Amerikaanse bedrijven. Het lokale economische effect van een hogere consumptie is dan ook negatief. Het verkopen van softwarelicenties levert nauwelijks banen op en de betalingen voor deze licenties verdwijnen naar het buitenland. Zelf de winstbelasting over deze uitgaven komt niet ten goede aan de Nederlandse samenleving. Omdat de Europese hoofdkantoren van de softwarebedrijven in Ierland zijn gevestigd, komen die winsten in de Ierse staatskas terecht. Alles volgens Europese regels. Volgens een recentelijk onderzoek van de Universiteit van Maastricht kan Europa miljarden besparen door minder proprietary software te gebruiken. Wat de BSA economische groei noemt, zijn gewoon kosten voor Nederlandse bedrijven, overheden en andere organisaties.

Wat geldt voor de Nederlandse ‘leden’ van de BSA, geldt ook voor de BSA zelf. Een check op de registratie van het domein risicoalarm.nl leidt naar het communicatiebureau TOPIQ. Het lijkt er op dat de Nederlandse BSA-activiteiten vooral bestaan uit een reclamecampagne. De communicatie vanuit de BSA kan dan ook het best in deze context worden gezien. Wij van WC-eend …

Hoe serieus neem je de uitspraken van een reclamebureau dat je probeert af te persen door middel van een brief vol klinkklare onzin?


Principes, praktijk en de businesscase

Al met al was het geen slechte week in Den Haag. Op dinsdag 22 maart beloofde de minister van Verkeer en Waterstaat dat hij zal onderzoeken of de Segway alsnog kan worden gelegaliseerd in Nederland. Voor veel mensen niet meer dan een grappig berichtje, maar voor mij als bezitter van een Segway een bloedserieuze zaak. Op woensdag 23 maart werden door de staatssecretaris van Economische Zaken beloftes gedaan over het gebruik van open standaarden en open source software bij de overheid. Volgens velen was het lang niet ver genoeg, maar ik hoorde in één uur meer welwillendheid van een bewindspersoon dan ik de afgelopen 5 jaar heb mogen meemaken.

Mijn eigen betrokkenheid bij het beleid rond open standaarden en open source software is begonnen uit puur principiële redenen. Op 1 januari 2002 kon ik niet meer bij de website van de NS die vanaf die dag Explorer-only was. Daar was ik zo kwaad over dat ik mijn boze mail CC’de naar iedere relevante bestuurder en politicus waar ik het mailadres van kon vinden (niet altijd makkelijk met al die IE-only overheidssites in die tijd). Kees Vendrik was een van de weinigen die serieus terugmailde en het idee voor een motie (als PDF) was geboren

Sinds 2002 heb ik steeds meer oog gekregen voor de praktische kanten van ‘open’. Grotere veiligheid door diversiteit van systemen (geen monocultuur), lagere kosten door betere marktwerking, meer flexibiliteit voor gebruikers en beheerders, snellere innovatie doordat koppelen en integreren op basis van open standaarden nu eenmaal makkelijker gaat. En natuurlijk de kosten, het meestgenoemde argument in de discussie bij bijvoorbeeld gemeenten.

Het gekke van de discussie bij de overheid over de ‘businesscase’ voor het gebruik van open source software is de nieuwheid ervan. De meeste overheden hadden tot zeer recentelijk geen flauw idee wat ze aan IT in het algemeen, en software in het bijzonder, uitgaven. ‘We gaan alleen over als er een duidelijk kostenvoordeel is!’ Voordeel ten opzichte van wat? Ik daag iedere overheidsorganisatie uit om hun accountants eens te laten achterhalen welke software de afgelopen 10 jaar is gebruikt en wat daarvoor is betaald. Tip: zoek ook bij posten als ‘projecten’, ‘kantoorbenodigdheden’ en ‘onvoorzien’.

Op zich prima als we over kosten praten, maar laten we het dan hebben over écht geld. Volgens het Amerikaanse ministerie van Handel importeert Nederland per jaar zo’n 5,2 miljard dollar aan software (‘Trends in the Dutch ICT Market’). Dat zijn dan makkelijk meetbare zaken (licenties). De software die bijvoorbeeld ‘bij’ een laptop zit, wordt dan nog niet eens meegeteld. 5,2 Miljard is 100.000 hightech servicebanen in de IT die we als Nederland *niet* hebben als gevolg van de wijze waarop we software verwerven. 5,2 Miljard die we *niet* investeren in onze eigen kenniseconomie (Merit heeft hier recentelijk een mooi onderzoek naar gedaan, aanrader!). Daar sta je dan. Met je Lissabon-akkoord. Kenniseconomie? Nee joh, dat kopen we in. Alleen moeten we het elk jaar opnieuw kopen…

De kosten van software zijn net als die van dure schilderkunst: wat een gek er voor geeft. Zo kost een volledige werkplek in het onderwijs ongeveer 3,5 euro per medewerker per jaar, terwijl de overheid tussen de 80 en 100+ euro per jaar betaalt. Tenminste, als ze zich voor 5 jaar vastleggen en vooruit betalen. Hoe kan een product, dat geen marginale productiekosten heeft, zo in prijs verschillen? Ik kan twee redenen bedenken:
1. De overheid betaalt veel te veel. Geen gekke gedachte, gezien het feit dat er vaak met slechts één leverancier wordt gesproken die daar ook door de minister per brief over wordt geïnformeerd. Niet echt handig voor je onderhandelingspositie. Waar is toch die beroemde VOC-mentaliteit gebleven?
2. Het product wordt in het onderwijs ver onder de kostprijs weggezet om marktdominantie te verstevigen. In andere markten noemen we dat dumping. Dat mag niet. Een al (veroordeelde) monopolist mag dat zeker niet. Go Neelie zou ik zeggen!

Alleen al door op dit soort punten wat harder te onderhandelen (en/of de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) aan het werk te zetten), zou de overheid vele tientallen miljoenen euro’s per jaar kunnen besparen. En als we die tientallen miljoenen herinvesteren in kennis en kunde over vrije software, wordt onze onderhandelingspositie ieder jaar beter.

Wat ooit bij Richard Stallman en de Free Software Foundation begonnen is als een principezaak (vrijheid om kennis te delen, transparantie, controleerbaarheid, marktwerking) blijkt ook goede handel te zijn (lees het rapport van Merit er op na). We veranderen de markt van software-als-import-product naar de markt van dienstverlening-als-export-product. En dat zonder meer uit te geven aan IT dan we nu toch al doen. En de principes? De mooie dingen die de basis vormen voor onze democratie en rechtsstaat? Die zitten er gewoon gratis bij. Soms zijn principes buitengewoon praktisch.

Het veranderen van de markt gaat niet van de een op de andere dag. We worden nu geconfronteerd met de gevolgen van 20 jaar non-beleid op het gebied van open standaarden in de IT-markt. Het zal jaren, zo niet decennia duren om de rotzooi op te ruimen. Maar de complexiteit en omvang van het probleem mogen nooit een excuus zijn om maar helemaal niks te doen (en het probleem daarmee te vergroten). De Deltawerken waren ook niet in een paar jaar af. Sterker nog: we moeten ze straks mogelijk nog een keer doen. Maar we hebben veel geleerd van die projecten en die kennis is een goed exportproduct gebleken. Tijd voor Digitale Deltawerken en het verkennen van een digitale zee aan mogelijkheden. Kanonneerboot mag deze keer thuisblijven.


Interview ‘In Beweging’

Voor het blad van de Nederlandse Reuma bondin Beweging‘ werd ik geinterviewed over de problemen met de beveliging van electronische patienten dossiers en de implicaties voor de veiligheid en privacy van patienten. Voor het artikel werd een mooie foto gemaakt in het datacenter van XS4all. Klik op de afbeelding voor een hogere resolutie.

klik voor hogere resolutie


Interview NPCF magazine

Onderstaand interview werd eind 2006 afgenomen door de Nederlandse Patienten Consumenten Federatie (NPCF). Aanleiding was het rapport dat ik met Karin Spaink schreef over digitale patienten privacy en veiligheid. (Klik op de afbeelding voor een hogere resolutie).

 


Wat bezielt ons? VARA 80 jaar jong

De 80ste verjaardag van de VARA werd gevierd met een blik op de toekomst van ouder worden. Ik mocht samen met een aantal hoogleraren, een filosofe en andre deskundigen mijn visie geven op de toekomst van ouder worden.

De hele video staat hieronder, mijn specifieke bijdragen staan hier, hier en hier.

 


Radio Interview: Internet censuur

Het radioprogramma LLinke Soep nodigde mij uit om wat vragen te beantwoorden over Internet censuur in China en Nederland. Voor Chinese Internetters is het zoeken van politiek-gevoelige informatie een risicovolle zaak. Google, Yahoo en Cisco helpen de Chinese regering, wellicht met enige tegenzin, om de ‘Great Firewall’ rond het land dicht te houden. Naast Chinese censuur komt de gelotenheid van Microsoft Windows en Nederlandse stemcomputers nog aan bod.


Interview: Bouwen in de Zorg

Interview over de bouw van toekomstige ziekenhuizen. Hoe om te gaan met lange bouwtijd versus snelle veranderingen in de wereld om ons heen?

(klik op de afbeeldingen voor een hogere resolutie)

Bouwen in de Zorg - Pagina 1

Bouwen in de Zorg - Pagina 2

Bouwen in de Zorg - Pagina 3