Het klinkt zo redelijk …

Mijn nieuwe Livre column, de waarheid ligt soms niet in het midden: ‘Laten we realistisch blijven’, ‘Het gaat niet om de techniek maar om de dienstverlening’, ‘In mei 2004 vroeg de Europese Unie aan Microsoft om de bestandsformaten open te maken’. Het klinkt allemaal zo redelijk. Zeker als je niet bekend bent met context en historie van boodschap en boodschappers.

Sinds september vorig jaar is er een constante stroom van berichten van zowel leveranciers als medewerkers van overheden en publieke instellingen, dat aangaande de open standaarden en open source ambities van het kabinet en het parlement het allemaal wel mee valt.

Kortom: De waarheid ligt in het midden, de soep wordt niet zo heet gegeten. Het valt allemaal wel mee met die veranderingen, zo wordt gezegd. Dat de leverancier, die door het nieuwe beleid het meest bedreigd wordt in zijn meest winstgevende producten, gekke sprongen maakt is niet zo vreemd. Problematischer wordt het echter als overheidsdienaren (die het beleid moeten uitdragen en inhoud moeten geven) openlijk twijfelen aan nut en noodzaak van het afgesproken beleid.

Als de onwetendheid van veel bestuurders met de achterliggende redenen van het beleid gecombineerd wordt met de schijnbare redelijkheid van bovenstaande uitspraken, ontstaat precies het soort onzekerheid dat het beleid de nek omdraait voordat het ooit van de grond komt. Het blijft dan ook van groot belang de onderliggende motivaties achter het beleid (interoperabiliteit, leveranciersonafhankelijkheid, lokale kenniseconomie) te blijven uitleggen aan bestuurders en IT-managers.

Een goed voorbeeld van dat laatste was de uitspraak van beleidsambtenaar Tom Peelen van het ministerie van Economische Zaken over de visie van het kabinet op OOXML als standaard. Waar Microsoft ons graag wil doen geloven dat ISO-certificatie van OOXML de specificatie automatisch geschikt maakt voor gebruik binnen de Nederlandse overheid, maakte Peelen namens EZ glashelder dat het Nederlandse kabinet zich het recht voorbehoudt haar eigen beleid te blijven maken op basis van haar eigen beweegredenen. Ook moeten diegenen die als ambtenaren openlijk twijfelen aan het beleid, gevraagd worden om toe te lichten hoe zij de strategische doelen van kabinet en parlement dan zien.

Laat FUD-verspreiders (bewust of door onwetendheid) niet wegkomen met het soort technische-operationele dooddoeners die al jaren misbruikt worden om veranderingen tegen te houden. Opmerkelijk is bijvoorbeeld de recentelijke uitspraak van Nico Westpalm van Hoorn, die in een blad van Centric stelt dat "open source software ingebed zal worden in producten van partijen als Centric". Een paar dagen later lezen we dat de CEO van Getronics een Microsoft-tenzij beleid wil voeren en van mening is dat de discussie over de inzet van open source achterhaald is. Hij gaat hier echter geen moment in op de in vele moties, beleidsstukken en artikelen aangegeven redenen om open standaarden en open source te willen voor publieke instellingen. Wellicht dat iemand vanuit de overheid hem daar nog eens naar zou kunnen vragen.