Categorie: nieuws

Scenario’s retail & vastgoed

Samen met Corio en Kordaat in de Ruimte heeft Gendo de afgelopen maanden gewerkt aan toekomstscenario’s voor de retailsector met focus op ontwikkeling en gebruik van vastgoed. Op het Retailforum van PropertyNL in Amsterdam presenteerden wij op 17 mei onze visie.

De presentatieslides staan hier. Het volledige artikel hier.


Komt een kamerlid bij de dokter…

<webwereld column>

Actieplan Heemskerk

Een kamerlid strompelt hoestend binnen bij de dokter. Er loopt bloed uit oren en neus en het linkeroog. “Dokter, ik ben daarnet lelijk gevallen en ik geloof dat ik mijn pols gebroken heb” rochelt het kamerlid. De dokter kijkt naar de pols en voelt er even aan. “Doet dit pijn?”. “Gaat wel” steunt het kamerlid. “Ik geloof dat het wel meevalt” zegt de dokter, “Ik kan vandaag helaas geen röntgenfoto maken want het digitale röntgenapparaat doet het vandaag niet.” Het kamerlid zwaait een en weer. “Het is waarschijnlijk een kneuzing, de verpleegkundige zal u een verband geven. Doet u het een paar dagen rustig aan en mocht de pols dan nog steeds pijnlijk zijn kom dan even terug”. Het kamerlid wankelt de spreekkamer uit, nog steeds bloedend uit oren, neus en oog. De dokter is al weer bezig met het dossier van de volgende patiënt, want doktoren hebben het nu eenmaal druk.

Het hierboven beschreven proces lijkt wel een beetje op de werkwijze van de Algemene Rekenkamer in de beantwoording van vragen gesteld door Kamerleden. De Kamerleden als non-experts een vraag en de Rekenkamer beantwoordt deze zonder de context van de vraag te analyseren of zich af te vragen of de genoemde symptomen wellicht onderdeel zijn van een breder probleem. In het net verschenen rapport worden de vragen netjes beantwoordt, overigens op basis van de meest minimale data. En dat is jammer want het is juist de Rekenkamer die de mogelijkheid heeft zelf vast te stellen dat er wellicht een vraag achter de vraag zit. In plaats van een discussie te houden over 88 miljoen euro aan licentiegelden (minder dan 1% van de totale jaarlijkse licentiebestedingen) had de Rekenkamer ook de vraag kunnen stellen waarom dingen die in omringende landen wel kunnen niet in Nederland lukken. Is Nederland echt zo anders dan Finland, Duitsland, Frankrijk of Spanje?

Zoals hun collega’s van het Centraal Plan Bureau al in 2009 deden had de Rekenkamer ook een kwalitatieve analyse kunnen doen van de macro-economische effecten van het in eigen hand nemen van software realisatie. Dit als alternatief voor een jaarlijkse import van ruim 8 miljard euro uit (voornamelijk) de VS. De macro-economische vraag is alleen al relevant omdat de BTW en winstbelasting via inter-EU regels voor handelsverkeer voornamelijk terecht komt in de Ierse staatskas (ben niet noodzakelijk tegen het steunen van Ierland maar dat kan vast efficiënter). Ook de cijfers van het SEO onderzoek uit 2004 zijn nog steeds indicatief genoeg om orde-van-grootte uitspraken te doen.

Als een van de door de Rekenkamer geraadpleegde experts ben ik bijzonder teleurgesteld dat men de minimalistische insteek heeft genomen. In een eerder onderzoek pakte de Rekenkamer ook niet echt door nadat men had vastgesteld dat de overheid geen goed inzicht had in haar ICT-uitgaven. Het is mij een raadsel waarom een onderwerp als ICT, waar zo veel. zo vreselijk misgaat, niet veel dieper en strategischer wordt opgepakt.  In mijn schriftelijke input aan de Rekenkamer heb ik daar vorig jaar al een voorzet voor gegeven. Voor diegenen die, net als dokters, heel druk zijn vat ik het hier nog even samen:

Beste Kamerleden, Nederland heeft als modern westers land toegang to dezelfde kennis, technologie en vergelijkbare budgetten voor ICT als Duitsland, Frankrijk, Spanje en Finland. In al deze landen zijn grootschalige adoptie van opensource en open standaarden in de overheid vandaag een feit. De werkzaamheden die de Nederlandse overheid uitvoert zijn ook in hoge mate vergelijkbaar met deze landen. Zeker de generieke aspecten zoals bijvoobeeld kantoorautomatisering. De redenen dat Nederland 8 jaar na de oorspronkelijke, unanieme, vraag van de kamer nog niet verder is op dit gebied kan dan ook aan niets anders worden toegeschreven dan aan de bestuurlijke cultuur en onze Atlantische politieke oriëntatie. Er is geen fundamentele reden waarom de behaalde resultaten van bovengenoemde landen niet in Nederland gereproduceerd kunnen worden, met name omdat deze landen het verkennende werk voor Nederland al hebben gedaan. In de afgelopen jaren zijn barrières die een migratie in de weg staan vaak tot randvoorwaarde verheven in plaats van deze correct te identificeren als onderdeel van het probleem dat opgelost moet worden.

De kamer moet niet langer accepteren dat een hoge afhankelijkheid van een leverancier wordt aangevoerd als excuus om geen vooruitgang te boeken met het minder afhankelijk worden van die leverancier (zoals het kabinet dat deed in beantwoording van Kamervragen in 2004, 2006 en 2008). De afhankelijkheid is het probleem dat aangepakt moet worden, niet een onveranderbare natuurwet waar de IT-afdelingen willoos slachtoffer van zijn.

De kamer moet niet langer accepteren dat een geuit gebrek aan technische of organisatorische kennis bij de 60.000 IT’ers van de overheid (en haar leveranciers) als excuus worden aangevoerd voor het gebrek aan vooruitgang. Het is ongeloofwaardig dat de Nederlandse overheid niet in staat zou zijn de resultaten van haar Europese collega’s te repliceren. IT’ers en hun management die zelf aangeven niet te beschikken over de competenties om de zeer redelijke verzoeken van de volksvertegenwoordiging uit te voeren dienen bijgeschoold of vervangen te worden. Incompetentie is reden voor ontslag, geen excuus voor werkweigering.

Natuurlijk zijn er problemen te verwachten bij het wegwerken van over decennia opgebouwde spaghetti van proprietary producten. Maat de meeste aangevoerde redenen om niet aan de slag te gaan met OSS & OS lijken erg veel op de argumenten van asbestleveranciers: “ja maar, het is handig”, “we werken al heel lang zo”, “we zijn er aan gewend”, “dat andere ken ik nie”. Allemaal feitelijk correcte uitspraken maar geen enkel excuus om niet te beginnen aan de oplossing. Als de overheid dat vanaf 2002 had gedaan hadden de besparingen nu het bezuinigingsleed in onderwijs en gezondheidszorg ruimschoots kunnen compenseren.

De rol van Nederland in Europa lijkt voor wat dit dossier betreft gereduceerd te zijn tot afschrikwekkend voorbeeld hoe met niet moet. Jammer.

 


Interview SRA magazine

Voor het relatiemagazine van SRA-accountants werd Gendo geïnterviewd over haar toekomst-visie. We spraken vooral over onze ideeën mb.t. de belangrijke veranderingen die de wereld de komende 10-20 jaar te wachtten staan. De financiële crisis en de consequenties voor supermacht USA, de mogelijke impact van opensource software op de branche, de gevolgen van real-time financiële transparantie voor ondernemingen en de nieuwe rol van accountants in die toekomstige wereld. Verderop in het magazine staat een artikel over de impact van 3D printers; een van onze geliefde ‘disruptive technologies’. Klik op de afbeelding of hier voor een scan in leebare resolutie.

Interview in SRA magazine


Theater: Palestra Rex

<Palestra Rex – theatergroep Drang>

Palestra Rex - Drang theater

Het theaterstuk Palestra Rex is Little Brother meets V for Vendetta. Door alle recente ontwikkelingen van OV-chipkaart, de revoluties in Noord-Afrika en de onthullingen van Wikileaks is dit stuk hoogst actueel. Op 4/11/18 feb ga ik na afloop met acteurs en publiek in gesprek over onze privacy en burgerrechten.


Door: Arjan Terpstra

In Palestra Rex is iedereen slachtoffer van zijn openheid op internet. Ook oma, die niet online wil zijn. (link naar artikel op depers.nl)

‘Ik heb 627 vrienden. Maar geen vriendje’, zegt het Leuke Naïeve Meisje op het toneel. ‘Vind ik niet leuk.’ Haar duim, gestoken uit een gebalde vuist, gaat naar omlaag, in een parodie op de ‘dislike’-button op Facebook, waarmee gebruikers aangeven wat hen aanstaat en wat niet. Gelach om haar heen van de andere acteurs, die het grapje nog niet gezien hebben en ervan in de lach schieten. ‘Mooi’, zegt regisseur Monique Baas er meteen achteraan, alsof ze een film regisseert en de scène op de band staat. ‘Door naar de volgende overgang’.

Terroristische oma

Maandagmiddag, in oefenstudio annex theater Hangar 36 te Den Haag, doet theatergroep Drang een laatste technische doorloop van het kakelverse stuk Palestra Rex. Het is een ‘futuristische sage’ over de macht van informatie, over hoe we alles van iedereen weten vanwege het gebruik van sociale media, en hoe daarvan in een niet nader bepaalde ‘nabije toekomst’ misbruik gemaakt wordt door een Big Brother-achtige organisatie. De naïviteit van ‘schaamteloze zichtbaarheid’ staat centraal; de thriller-achtige plot draait om een 73-jarige oma (gespeeld door de 83-jarige Toos Scheffers) die besluit te ontsnappen uit de informatiemolen, met alle nare gevolgen van dien. Er is een nachtelijke inval bij haar gamende kleinzoon – zijn Facebook-vrienden worden opgepakt, want waar rook is, is vuur: wie elektronisch gelinkt is aan de kleinzoon van een terroristische oma, heeft ongetwijfeld zelf ook iets te verbergen.

‘Ik kreeg het idee voor de voorstelling toen ik niet bij een vriendin op kraambezoek kon komen’, zegt Baas. Het is haar tweede voorstelling die ze met toneelgroep Drang maakt, idee en teksten zijn van haar. Om elke duim zit een pleister, zodat ze in deze nerveus stemmende premièreweek haar nagels er niet afvreet. ‘Om toch haar kindje even te zien, kon ik op haar Facebook-pagina babyfoto’s bekijken. Je kon terugbladeren tot een foto die ‘Fenne dag 1’ heette. Daarop zag je de moeder in een ziekenhuisbed, met ontbloot bovenlijf en een bebloed kindje op haar borsten. De vader ernaast met een schaar om de navelstreng door te knippen, en alles in een soort heilig licht. Een prachtige foto, maar ik kreeg er een vervelend gevoel bij. Waarom laat je het zien? Het is zo’n enorm privémoment, zo klein, zo voor jezelf.’

Met die foto is ook de voorstelling geboren. Wat zegt ons mediagebruik over ons, over verschuivende grenzen van de privacy? Baas: ‘Na afloop van een aantal voorstellingen komt privacy- en internetdenker Arjen Kamphuis een lezing geven. Ik ben daar erg blij mee. Er is online een soort openheid die tegen je kan werken, maar die tegelijkertijd ook een aantal rigide regels kent die je intomen. Mijn vriend moet morgen naar een begrafenis en zei voor de grap: zal ik een foto van de kist op Facebook zetten? Dat doe je dus niet, want het moet online allemaal wel leuk en lollig zijn.’

‘Iedereen breekt’

Oma eindigt in de kerkers van de overheid, waar de bewaking wordt verzorgd door een ruwe ondervrager die zijn eigen machtshongerige spelletjes aan zijn ambtelijke plichten koppelt. Oma is nogal principieel in de cel, en daar kunnen complotdenkers slecht tegen. En dan ben je al snel verdacht. ‘Iedereen breekt, we hebben informatie’, bast de bewaker (indrukwekkend neergezet door Arjan Gebraad) tegen de vrouw. Ondertoon: het maakt niet uit of je iets gedaan hebt; als je eenmaal verdacht bent, wordt er altijd wel iets gevonden in het digitale spoor dat we achter ons aan slepen. ‘Iedereen heeft een barst, ik ben de breker’.

We nemen afscheid, ruilen onze gegevens uit: telefoonnummer en, nou vooruit, e-mail. En vraagje van de verslaggever nog: is het oké om de naam van de baby in het artikel te noemen, in het kader van de vriendschap met de moeder? ‘Tuurlijk. Als het op Facebook staat, dan kan het toch ook in de krant?’

Palestra Rex, t/m 27 feb. www.drang.nl


Theater: Palestra Rex

<Van de site van Palestra Rex – theatergroep Drang>

Palestra Rex - Drang theaterOp vrijdag 4, 11 en 18 februari vindt er aansluitend op de voorstelling Palestra Rex van theatergroep Drang een nabespreking plaats met als thema digitale privacy. De bekende IT-architect en futuroloog Arjen Kamphuis licht een tip van de sluier op over wat ons in de (nabije) toekomst te wachten staat en geeft waardevolle informatie over digitale privacy.

Wij zijn online. We bloggen, posten, delen. We hebben de laatste upgrade. Je kunt ons spotten, taggen, porren, krabbelen. Zullen we linken? Hoeveel followers heb jij? Wij zijn de L33T. Wij zijn onmiskenbaar schaamteloos zichtbaar. Wat wil je van ons zien? Eerste tandje? Eerste schooldag? Dronken op de feestvloer? Seks tijdens een strandvakantie? Wij hebben niets te verbergen, dus verbergen wij niets.

Weet jij wie jou ziet? Weet jij wie jou volgt? Weet jij wat je doet? Informatie is macht. En je geeft het nietsvermoedend uit handen. Gedachteloos. In de schaduw van de jeugdige ego’s beraamt één vrouw een illegaal plan. Een levensgevaarlijke ontsnappingspoging uit het netwerk van informatie. Voor eeuwig het land verlaten. Het land dat in niets meer lijkt op het moederland dat zij kende uit haar jeugd. Ze krijgt hulp uit onverwachte hoek. In de sf-thriller Palestra Rex strijdt de oude vertrouwde cultuur tegen de onvermijdelijke digitale toekomst.


Asbest is ook handig

AsbestDecennia lang zijn in de hele westerse wereld huizen gebouwd met asbest. Asbest was een betaalbaar materiaal dat sterk, slijtvast, isolerend was en bovendien uitstekende brandwerende eigenschappen had. Door al dit fijns en de lage prijs was het ideaal spul om overal voor te gebruiken. En dat deden we dan ook.

Zolang dat asbest netjes op z’n plek blijft is er niet zo veel aan de hand. Dan doet het z’n werk en is er dus geen reden om over asbest na te denken. De problemen ontstaan wanneer er iets moet veranderen, een verbouwing bijvoorbeeld. Als bij het neerhalen van een muur de asbest vrijkomt als microscopische vezels vormt het een enorm gevaar voor de gezondheid van iedereen die de pech heeft dichtbij te zijn. Inmiddels is het verwerken van asbest zeer streng gereguleerd. Ondanks die regulering vallen er door alle asbest die decennia lang in allerlei zaken zijn verwerkt nog steeds twee keer zo veel doden als in het verkeer.

Omdat de lange-termijn consequenties van het gebruik van asbest zo groot zijn is het gebruik er van verboden. Dit ondanks het feit dat de oorspronkelijke redenen voor het gebruik nog steeds bestaan. Asbest is nog steeds goedkoop, sterk, slijtvast, isolerend en brandwerend. Maar toch gebruiken we het niet meer omdat we de maatschappelijke prijs te hoog vinden. Strategische en maatschappelijke redenen zijn dus belangrijker dan praktische en technische voordelen.

Als er gesproken wordt over software die overheden gebruiken voor hun dagelijks functioneren lijkt het maken van onderscheid tussen strategische en operationele argumenten nog vrijwel onmogelijk. Bezwaren over de fundamentele ongeschiktheid van gesloten (en daarmee niet te controleren) systemen worden eenvoudig weggewuifd met de stelling dat ‘het toch wel handig is’ en ‘men er nu eenmaal aan gewend is’ of zelfs ‘dat verdachtmakingen hierover politiek niet bespreekbaar zijn’. Allemaal citaten die in de jaren ’80 ook van toepassing waren op asbest en de leveranciers er van.

De van oudsher aandoenlijke maar tegenwoordig gevaarlijke naïviteit van Nederland op het gebied van internationale verhoudingen wordt de laatste maanden gelukkig hardhandig afgebroken. De Nederlandse overheid liegt tegen zichzelf en ons bij militaire inzet. De gegevens van cloud-computing klanten blijken inderdaad niet goed beschermd te worden. Israël en de VS gebruiken hun technische kennis van proprietary systemen om hun vijanden digitaal aan te vallen. En 10% van de PCs in Nederland is al overgenomen door criminelen. Dit laatste een directe consequentie van het desktop-monopolie dat door de overheid zelf actief is gecreëerd en via het onderwijs tot op de dag van vandaag versterkt wordt.

Vandaag een Iraanse nucleaire installatie, de gegevens van Rop Gongrijp en het domein van Wikileaks. Morgen een Nederlandse (lucht)haven, kerncentrale, ziekenhuis of een paar Ministeries?

Als Nederland de baas wil blijven over Nederland moeten we ophouden met de quasi-naïviteit in gesprekken over technologische strategie. Ondanks alle mooie afspraken geldt internationaal nog steeds de wet van de jungle en we gedragen ons alsof we in een aangeharkt parkje aan het wandelen zijn. NOiV (of een opvolgend programma) moet echt het gesprek kunnen en durven aangaan over de strategische implicaties van het draaien van een overheidsapparaat op systemen die niet onder haar controle staan. Tijd om informatie-asbest in de publieke sector streng te reguleren, ondanks het feit dat het soms handig is, iedereen er mee werkt en we nog bezig zijn met het verfijnen van alternatieven.


Kamervragen aan Algemene Rekenkamer

Actieplan HeemskerkInleiding
De Tweede kamer heeft de Algemene Rekenkamer gevraagd onderzoek te doen naar de problemen en kansen aangaande de adoptie van open standaarden en opensource software voor de informatievoorziening van de Rijksoverheid. Deze blogpost is mijn bijdrage.

De vragen worden, 8 jaar en ongeveer 5 miljard euro aan licentiegelden na de eerste motie van de kamer over dit onderwerp, gesteld aan het hoogste toezichtsorgaan van het land in plaats aan de voor dit dossier verantwoordelijke ministeries van Binnenlandse Zaken en Economische zaken, Landbouw & Innovatie. Voor de buitenwacht wekt dit de indruk dat de kamer niet erg onder de indruk is van de behaalde resultaten van de afgelopen 8 jaar en van mening is dat de betreffende overheidsorganisaties wel wat externe druk van een neutrale en objectieve partij kunnen gebruiken.

Ieder van de vijf vragen heeft een serie onuitgesproken veronderstellingen in zich. Voor de beantwoording van de vragen is het relevant deze onderliggende veronderstellingen te identificeren en, waar nodig, ter discussie te stellen om tot een zinnige beantwoording te komen.

De vijf vragen
Hieronder de beantwoording van de door de kamer gestelde vragen. Er is veel onderlinge samenhang dus latere antwoorden zullen soms terugwijzen naar eerdere onderdelen. 

“You cannot solve a problem with the same thinking that created it”

1.Welke mogelijkheden en scenario’s bestaan er voor de afbouw van gesloten standaarden en de introductie van open source software bij de Rijksoverheid (ministeries en RWT’s) en decentrale overheden?

Nederland heeft als modern westers land toegang to dezelfde kennis, technologie en vergelijkbare budgetten voor ICT als Duitsland, Frankrijk, Spanje en Finland. In al deze landen zijn grootschalige adoptie van opensource en open standaarden in de overheid vandaag een feit. De werkzaamheden die de Nederlandse overheid uitvoert zijn ook in hoge mate vergelijkbaar met deze landen. De redenen dat Nederland 8 jaar na de oorspronkelijke, unanieme, vraag van de kamer nog niet verder is op dit gebied kan dan ook aan niets anders worden toegeschreven dan aan de bestuurlijke cultuur en onze Atlantische politieke oriëntatie.

Er is geen fundamentele reden waarom de behaalde resultaten van bovengenoemde landen niet in Nederland gereproduceerd kunnen worden, met name omdat deze landen het verkennende werk voor Nederland al hebben gedaan. In de afgelopen jaren zijn barrières die een migratie in de weg staan vaak tot randvoorwaarde verheven in plaats van deze correct te identificeren als onderdeel van het probleem dat opgelost moet worden.

  • De kamer moet niet langer accepteren dat een hoge afhankelijkheid van een leverancier wordt aangevoerd als excuus om geen vooruitgang te boeken met het minder afhankelijk worden van die leverancier (zoals het kabinet dat deed in beantwoording van Kamervragen in 2004 en 2006 en 2008). De afhankelijkheid is het probleem dat aangepakt moet worden, niet een onveranderbare natuurwet waar de IT-afdelingen willoos slachtoffer van zijn.
  • De kamer moet niet langer accepteren dat een geuit gebrek aan technische of organisatorische kennis bij de 60.000 IT’ers van de overheid (en haar leveranciers) als excuus worden aangevoerd voor het gebrek aan vooruitgang. Het is ongeloofwaardig dat de Nederlandse overheid niet in staat zou zijn de resultaten van haar Europese collega’s te repliceren. IT’ers en hun management die zelf aangeven niet te beschikken over de competenties om de zeer redelijke verzoeken van de volksvertegenwoordiging uit te voeren dienen bijgeschoold of vervangen te worden. Incompetentie is reden voor ontslag, geen excuus voor werkweigering.
  • Intrinsieke motivatie werkt beter dan dwang. Bestuurders en IT’er die de wensen van de kamer begrijpen, omarmen en er met overtuiging inhoud aan willen geven zullen waarschijnlijk betere resultaten boeken dan zij die slechts onder harde dwang in beweging komen. Bij selectie (en promotie) van personeel zou dit aspect per direct meegenomen moeten worden om snel de juiste man (M/V) op de juiste plaats te krijgen. De mensen wiens beleid en gedrag ons in de huidige problemen hebben gebracht zijn waarschijnlijk niet de mensen die het voor ons gaan oplossen.
  • Het HR- en belonings beleid voor IT’ers moet losgekoppeld wordt aan het behalen van proprietary software-certificaten van een handvol leveranciers.

“When you find yourself in a hole, stop digging”

2.Welk deel van de gesloten standaarden en software kan worden vervangen door open standaarden en open source oplossingen en welk deel niet?

Deze vraag heeft wederom een onuitgesproken aanname van volledig overzicht door de Rijksoverheid zelf in alle door haar gebruikte systemen, applicaties en bijbehorende standaarden. Vragen over aantallen standaarden die vervangen kunnen wordt zijn enerzijds niet te beantwoorden en anderzijds ook nauwelijks relevant in het binnen afzienbare termijn realiseren van lagere kosten en grotere onafhankelijkheid. Dit door de grote verschillen in kosten die gekoppeld zijn aan verschillende standaarden. Focus op de meest gebruikte, generieke zaken, waar bewezen werkende alternatieven voor bestaan. De motie Vendrik deed dit eigenlijk al.

Zaken die wel te identificeren zijn: wat zijn de grootste kostenposten waarvoor functionele opensource alternatieve bestaan die elders succesvol in gebruik zijn? Met welke functionele gebieden zijn er in onze buurlanden al succesvolle migraties uitgevoerd?

Voor deze functionele gebieden dienen migratieplannen met hoge prioriteit gestart te worden. Hoge prioriteit houdt in dat andere zaken die dergelijke migraties in de weg zitten desnoods niet of later worden ingevoerd en dat projecten die een ondersteunende rol kunnen spelen ook versneld worden.

Zo is er bij het voormalige Ministerie van EZ (en haar agentschappen) in 2005 een documentbeheer systeem ingevoerd dat het jaren lang onmogelijk maakte andere webbrowsers, tekstverwerkers of desktop besturingssystemen in te voeren. Dit is opmerkelijk aangezien het kabinet zelf in 2004 al aangaf dat de ontstane afhankelijkheden op het gebied van kantoorautomatisering schadelijk en ongewenst was en daarom actief aangepakt ging worden. De Nederlandse Mededingings authoriteit heeft aangegeven enerzijds zelf niet in staat te zijn te migreren naar een meer open desktop zonder enorme kosten en risico’s maar is anderzijds van mening dat er geen noodzaak is tot het onderzoeken van de toestand van het functioneren van de Nederlandse softwaremarkt voor kantoorautomatisering.

Momenteel is een concreet voorbeeld de invoering van Sharepoint binnen de Rijksoverheid. Er is een significant risico dat deze investering, eenmaal gedaan, wordt opgevoerd als excuus om wederom niet te kunnen migreren naar bewezen en beschikbare open alternatieven. Dan zou het wel eens tot 2016 (14 jaar na de initiële vraag van de kamer!) kunnen duren voordat er echt begonnen kan worden met een migratie.

“Not everything that can be counted counts, and not everything that counts can be counted.”

3.Wat zijn de huidige kosten? Wat zijn de indicatieve introductiekosten van en de indicatieve structurele kosten na afbouw van gesloten standaarden en de introductie van open source software? Welke indicatieve besparingen kunnen hiermee worden gerealiseerd?

NL software importDe Nederlandse overheid geeft op jaarbasis ongeveer 1 miljard Euro uit aan proprietary softwarelicenties, deze komen voornamelijk uit het buitenland en de BTW en winstbelasting over deze uitgaven zijn voor de Ierse staatskas vanwege de Europese vestiging van Amerikaanse softwarebedrijven aldaar. De totale Nederlandse uitgaven zijn 8 keer zo groot. Zowel de overheids als de algemene uitgaven groeien met ongeveer 10% per jaar en zijn dus niet te handhaven (cijfers, nog meer cijfers, marco-economische analyse).

Een significant deel van deze jaarlijkse uitgaven kunnen bespaard worden of omgezet in uitgaven aan lokale dienstverleners, een out-of-pocket kostenpost wordt dan een investering in de Nederlandse kenniseconomie. Met de overheid als launching customer om het marktfalen te doorbreken zijn jaarlijkse besparingen van enkele miljarden voor Nederland dus realiseerbaar.

Naast deze directe kosten zijn er diverse indirecte kosten die mogelijk een veelvoud bedragen. Kosten van beheer- en beveiligen van kwetsbare mono-culturen. Kosten veroorzaakt door het werken met verouderde systemen en applicaties omdat nieuwe niet ingevoerd kunnen worden door vendor-lock. Maatschappelijke kosten veroorzaakt door falende beveiliging en storingen veroorzaakt door software die beveiligingsproblemen dient te voorkomen. Zo zijn er maandelijks in Nederland ziekenhuizen waarvan de primaire processen ernstig verstoord raken door computer-virussen, een direct gevolg van de monocultuur.

Nog lastiger monetair te kwantificeren zijn de gevolgen van de hoge afhankelijkheid van de Nederlandse samenleving van enkele private buitenlandse partijen. Als ruim 80% van de Pc’s in Nederland van een afstand kan worden beïnvloed of uitgezet wat zegt dat dan over de Nederlandse soevereiniteit? Is het politiek acceptabel dat buitenlandse softwareleveranciers of -overheden een uit-knop hebben voor ministeries, gemeenten, politie, ziekenhuizen, waterleidingbedrijven, supermarkten, scholen enz. enz…?

“The best moment to plant a tree is 25 years ago, the next best moment is now.”

4.Op welke termijn zouden de afbouw van gesloten standaarden en de introductie van open source software kunnen worden gerealiseerd?

Met het juiste mandaat (dat de kamer eigenlijk 8 jaar geleden al gegeven heeft!) en de juiste expertise kunnen er binnen 24-36 maanden significante resultaten behaald worden. Hiervoor is het randvoorwaardelijk dat het onderwerp prioriteit krijgt en er een breuk wordt gemaakt met de attitudes, excuses en ontwijkpatronen van de afgelopen jaren (zie beantwoording vraag 1). Behaalde successen in het buitenland kunnen dienen als templates voor projecten.

Een van de plekken waar heel snel begonnen zou kunnen worden is het lager onderwijs. Momenteel wordt hier met publieke middelen actief bestaande monopolies versterkt. Als men per 2011/12 in de eerste 2 jaren van het basisonderwijs les gaat geven op open systemen en dan elk jaar voor een hogere klas overstapt hebben we over 12 jaar de eerste generatie burgers die leverancier-neutraal is opgeleid en eenvoudig kan werken met een veelvoud aan systemen en applicaties. De Rosa Boekdrukker school in Amsterdam laat zien dat het kan en hoe het moet.

Ziekenhuizen zouden in Nederland een voorbeeld kunnen nemen aan het Antonius (Nieuwegein). Wat daar al gelukt is kan ook in tientallen andere ziekenhuizen gerealiseerd worden. En omdat het al gedaan is zijn de risico’s en kosten voor de volgende 100 ziekenhuizen een stuk lager.

Het maximaal uitnutten van de potentie van opensource en open-standaarden zal minstens tien jaar duren.

“Go out on the limb, that’s where the fruit is”

5.Welke voor- en nadelen en kansen en risico’s onderscheidt de Algemene Rekenkamer naast de kostenoverwegingen? Aan welke voorwaarden moet zijn voldaan om de implementatie van open standaarden en open source software mogelijk te maken?

Voordelen & Kansen

  • Besparingen van vele miljarden per jaar aan directe kosten voor alle burgers en IT-gebruikende organisaties in Nederland.
  • Ombuigen van geldstroom Ierland/VS naar Nederlandse dienstverleners; een enorme permanente investering in onze kenniseconomie.
  • Overheidsinvesteringen in software resulteren in gratis herbruikbare software & kennis voor de gehele samenleving in plaats van privaat eigendom van (vaak buitenlandse) bedrijven.
  • Vergroten veiligheid van ICT door verhoogde diversiteit, concurrentie en de mogelijkheid van eigen code-audits.
  • Vergroten nationale soevereiniteit door volledige controle van de overheden over de door haar gebruikte systemen.
  • Kwaliteits verhoging van de algemene ICT competentie van de overheid, minder spectaculaire en dure mislukkingen zoals Walvis, EPD, OV-chip en recentelijk het nieuwe systeem voor de politie.

Nadelen en risico’s

  • Het versnipperde IT-beleid van de Nederlandse overheid, deze duizend koninkrijkjes moeten mogelijk worden afgebroken.
  • Gebrek aan competenties van IT-management wordt zichtbaar, met personele consequenties. Hier zal ongetwijfeld verzet tegen zijn.
  • Waarschijnlijk significante investering noodzakelijk in her-trainen van IT’ers in de overheid.
  • Boze telefoontjes uit Washington DC over dichtdraaien licentie-geldkraan.

Randvoorwaarden

  • Zie beantwoording vraag 1
  • Wees reëel over de positie en motivaties van softwarebedrijven. Bedrijven streven naar winstmaximalisatie en marktbeheersing en zullen daarom handig gebruik maken van iedere millimeter ruimte die de overheid ze biedt. We laten de kalkoen ook niet meepraten over het kerstdiner. Waarom accepteren we dan wel dat softwarebedrijven en hun belangen-organisaties ‘adviseren’ over de beste software-strategie?
  • Trendbreuk op het gebied van verregaande outsourcing noodzakelijk. Doel van de overheid is rechtvaardig en rechtmatig dienen van haar burgers en daarom dient zij fijnmazige en inherente controle te hebben over haar informatiehuishouding. Stop met de corporate-speak en het bedrijfje spelen. De overheid is geen bedrijf en moet ook niet willen doen alsof. Het uitbesteden van de controle over de informatieverwerkende systemen is in strijd met de principes van een democratische rechtsstaat om dezelfde redenen als het uitbesteden van de strijdkrachten of de rechterlijke macht dat zou zijn.
  • Maak een helder onderscheid tussen politieke en bestuurlijke doelstellingen en technische middelen om deze te bereiken. Kosten besparen kan op allerlei manieren, herkrijgen nationale souvereiniteit maar op 1 manier.
  • Zolang desktop projecten uitgevoerd onder het mom van ‘efficiency-door-economy-of-scale’ leiden tot werkplekken met een jaarlijkse kostenplaat van 6600,- Euro per desktop per jaar is dergelijke kretologie volstrekt lachwekkend. Hou IT-managers en andere beslissers die het verschil tussen desktop-standaarden en een ‘standaard-desktop’ niet snappen weg bij dergelijke projecten.