Categorie: nieuws

Mistige wolken, van de regen in de drup?

Frank Benneker van de Universiteit van Amsterdam vraagt in zijn recente column voor NoiV wat de consequenties zijn van het snelgroeiende gebruik van cloudcomputing. De verschuiving van computer applicaties van Pc’s en interne servers naar een ‘dienst’  geleverd via een wereldwijd netwerk is waarschijnlijk even fundamenteel als de eerdere verschuiving van mainframe computing naar Pc’s. Gezien de doelstellingen van het Actieplan Nederland Open in Verbinding lijkt cloudcomputing een makkelijke en snel in te voeren oplossing; zet alles op Google Docs en we zijn allemaal interoperabel hoor ik enthousiaste Ambtenaar 2.0 ambtenaren roepen. Maar net zoals Pc’s ‘bevrijding’ brachten van de centrale macht van mainframe beheerders/leveranciers zitten er bij cloudcomputing wat adders onder het gras.

In december 2004 heeft de Nederlandse regering al vastgesteld dat men te afhankelijk was van dominante software leveranciers en dat deze afhankelijkheid een probleem was dat aangepakt ging worden. Het Actieplan is een eerste, heel voorzichtig, stapje in dat aanpakken.

De Nederlandse overheid wil open standaarden vanwege interoperabiliteit en open source vanwege onafhankelijkheid, lagere kosten en het versterken van de lokale bedrijvigheid (diensten i.p.v. licenties). Voor interoperabiliteit zijn open standaarden niet per se nodig. GOUD leert ons dat interoperabiliteit binnen een groep overheden ook bereikt kan worden door top-down opgelegde mono-cultuur. Laat iedereen de zelfde software gebruiken en men kan prettig informatie uitwisselen. De prijs van een mono-cultuur is echter hoog, zowel direct in geld als in minder makkelijk meetbare zaken als beveiligingsproblemen en een extreme afhankelijkheid van een paar buitenlandse private partijen. Vooral dat laatste is lastig te combineren met het idee van een soeverein land met een regering die democratische verantwoording aflegt.

Het onderbrengen informatie-functies van een overheid in mistige wolken die onder controle staan van buitenlandse bedrijven heeft problemen die heel sterk lijken op het soort afhankelijkheid waar de overheid nu juist vanaf wil. Het belangrijke verschil is dat in deze mist zelfs hardware niet van de overheid is of op Nederlandse bodem staat. De hardware kan overal staan en dus vallen onder allerlei wettelijke regimes waar de Nederlandse overheid geen invloed op heeft (en dus ook geen verantwoording over kan afleggen). Een groot deel van de Ambtenaar 2.0 kennis en diuscussies staan bijvoorbeeld op servers van ning.com, en het blijkt nog knap lastig daar van weg te migreren. Ook NOiV voert nog regelmatig discussies op LinkenIn in plaats van hun eigen XWiki omgeving. Logisch dat mensen dat gebruiken waar ze aan gewend zijn maar gezien vanuit de doelstellingen in het Actieplan, de diverse kamer-moties over dit onderwerp en de eerdere uitspraken van de regering zelf is het in de wolken onderbrengen van IT een probleem. Om cloudcomputing in te zetten om ons te bevrijden van de lock-in die de afgelopen 20 jaar is gecreëerd is een typisch voorbeeld van ‘out of the frying pan, into the fire’.

Het niet goed doorzien van de langere termijn consequenties van IT-keuzes heeft ons de huidige problemen gebracht. Er is een situatie ontstaan waar er een apart overheidsprogramma nodig is om overheden weer in vrijheid IT-keuzes te geven die we in andere markten volstrekt normaal achtten. Tenzij de cloudservers op Nederlandse bodem staan en we de broncode onder een opensource licentie krijgen is dit soort mistig gedoe geen stap vooruit maar meer van de regen in de drup.

De Free Software Foundation is bezig met de oplossing voor deze problemen; een gedistribueerde cloud die van ons allemaal is. Op servers die bij ons thuis draaien op vrije software ontworpen om onze digitale vrijheden te garanderen. Dit is ook zoals het internet bedoeld is, allemaal gelijkwaardige spelers op hun eigen wolk.

Update: Webwereld onderzoek laat zien dat de zogenaamde ‘safe harbour’ regeld die de privacy van de gebruikers van clouddiensten moeten waarborgen boterzacht zijn.

Update: Dankzij diverse cases rond Wikileaks (Amazon, .org domein hosting) is het duidelijk dat cloudcomputing niet geschikt is voor zaken die machtige overheden of bedrijven onwelgevallig zouden kunnen zijn. Prima dus voor de ledenadministratie van de sportvereniging maar niet voor belangrijke zaken (overheid, serieuze ondernemingen).


Oma weet waarom

<webwereld column>

Mijn oma is geboren in 1920 en moest op haar twaalfde van school om te werken in haar vaders winkel, zij heeft nooit een computer gebruikt (wel een iPod voor audioboeken). Oma is nu 90 en wil nog steeds graag weten wat ik nu zoal doe.

Meestal stap ik dan vrij snel over de techniek heen, want daar heeft oma niet zo veel mee. Het waarom is veel relevanter. Privacy, burgerrechten en zelf de baas zijn over je spullen/informatie. Dat kan ze prima begrijpen zonder alle technische details van open bron codes en cryptografie te volgen.

Bits of Freedom organiseerde afgelopen zondag in Amsterdam een lezing en discussie met Prof. Eben Moglen, Moglen is een voormalig programmeur die zich tegenwoordig als hoogleraar rechten en advocaat sterk maakt voor free software. Een deel van zijn lezing ging over de risico’s van cloudcomputing (zie hier een eerdere lezing in New York over hetzelfde thema).

Naast zijn nieuwe plannen voor een technisch project (de Freedom box) sprak Moglen vooral over het waarom van digitale vrijheden. Dat waarom uitleggen is in Nederland nog een lastige zaak.

Een recent filmpje waar BOF over twitterde laat dit probleem een beetje zien. Het is een korte opsomming van hedendaagse inbreuken op de privacy van burgers maar spreekt met geen woord over de vraag waarom deze inbreuken een probleem zijn. Bij veel kijkers blijft er dan toch een ‘so what?’ gevoel hangen.

Het probleem bij het uitleggen van de waarom vraag is dat we in Nederland geen recente voorbeelden hebben van een overheid die echt de weg kwijt raakt (in tegenstelling tot Spanje en Oost Europa). Het nut van een recent voorbeeld zie je terug in een medewerker van het Duitse T-mobile die aan de Britse overheid gaat uitleggen waarom het aftappen van al het mobiele telefoon verkeer wellicht niet zo’n goed idee is. Churchill draait zich om in zijn graf.

Omdat we in Nederland de afgelopen 100 jaar maar twee echte rampen hebben meegemaakt (de Duitse bezetting en de watersnood ramp) voelen we ons genoodzaakt terug te vallen op de 2e wereldoorlog om het belang van burgerrechten aan elkaar uit te leggen. En dan vliegen de Godwin-beschuldingingen je om de oren. Voor de post-babyboom generatie is ‘de oorlog’ geschiedenis, een verhaal waar we over lezen maar niet helemaal echt. En dat iets wat daar maar een beetje op lijkt weer zou kunnen gebeuren is onvoorstelbaar en daarmee onbespreekbaar.

Oma heeft dat probleem niet want zij heeft dat echt meegemaakt. Een echte oorlog. Waar de vorige overheid opeens vervangen werd door een nieuwe overheid die zeer voortvarend aan de slag ging met de data-verzamelingen die in de decennia daarvoor waren aangelegd (met name de accurate etnische registraties waren destijds ontzettend handig). Een overheid die je buren op de trein naar Westerbork zet en een kennis doodschiet vanwege het bezit van een radio.

Tet de Boer - OlijEben Moglen deed de suggestie onze grootouders in te zetten bij het beantwoorden van de vraag waarom privacy en andere burgerrechten belangrijk zijn. Mensen die de gevolgen van een minder leuke overheid persoonlijk hebben meegemaakt zijn grotendeels vrijgesteld van Godwin-regels. Zij kunnen  met overtuiging en vanuit een persoonlijk (in plaats van abstract en historisch) perspectief vertellen. De gezondheid van mijn oma staat niet meer toe dat ze op allerlei zeepkisten gaat staan maar hopelijk zijn er hier en daar nog wat (over)grootouders te vinden die de facebookende en foursquarende jongere generaties van Nederland het waarom van privacy en andere burgerrechten kan uitleggen.

Aan het eind van zo’n uitleg drukt oma mij altijd op het hart: "ben je wel voorzichtig?!" Want je weet maar nooit wat je overkomt als je kritisch bent tegenover de overheid. Af en toe even luisteren naar oma, want zij weet waarom.

Opgedragen aan Tet de Boer – Olij,
Kollum 1920 – Leidschendam 2010


Gendo in VK-banen: Het Nieuwe Werken

Voor Volkskrant Banen werd Gendo gevraagd commentaar te leveren op het fenomeen ‘Het nieuwe werken’. Voor ons eigenlijk niet zo ‘nieuw’ want werken los van tijd en plaats met behulp van ICT doen wij allemaal al ons hele werkzame leven. We helpen onze klanten met technologie om dit mogelijk te maken. Daarnaast werken we met de klant vooral aan de organisatie veranderingen die net zo belangrijk en veel lastiger zijn om te realiseren dan de gevolgen van een stuk techniek.

Lees het artikel online op VK-Banen of hieronder:

Het nieuwe werken vraagt om een mentaliteitsverandering

05 juli 2010 – Grace Wermenbol

Bij het nieuwe werken gaat het niet alleen om thuiswerken en je werktijden zelf invullen. Er is een mentaliteitsverandering nodig. Het is vooral belangrijk een nieuwe balans te vinden. Voor leidinggevenden is dat een balans tussen controle en vertrouwen, en voor werknemers tussen werk- en privéleven.

Microsoft begon vijf jaar geleden al met het invoeren van het nieuwe werken. Het bedrijf deed dit naar aanleiding van een pamflet van Microsoft-directeur Bill Gates, waarin hij opriep tot een nieuwe werkmentaliteit. In dit pamflet, genaamd The New World of Work, stond dat mensen met behulp van nieuwe IT-technologie hun werk en privéleven beter zouden kunnen combineren door bijvoorbeeld thuis te kunnen werken. De achterliggende gedachte was dat als mensen tijd- en plaatsonafhankelijk functioneerden, de bedrijfsproductiviteit omhoog zou gaan. Merle Blok doet bij TNO onderzoek naar het effecten van het nieuwe werken. Volgens haar tonen recente cijfers inderdaad aan dat thuiswerken tot een hogere productiviteit leidt. ‘Maar dat komt vooral omdat mensen thuis langer doorwerken dan op kantoor.’

ICT-faciliteiten
Om het flexibele werken te ondersteunen zijn er wel goede ICT-faciliteiten nodig. E-mail is hierin minimaal vereist. Nieuwere applicaties zoals Wiki’s (waarvan Wikipedia het bekendst is) kunnen worden gebruikt om vanuit verschillende plekken samen te werken aan bedrijfsdocumenten. Om communicatie onderling te ondersteunen zijn er chat-systemen nodig, waarmee je kunt zien wie online aan het werk is en de mogelijkheid er is om een vraag te stellen of idee te delen. Beveiliging is hierbij voor werkgevers van groot belang. Als het niet gewaarborgd is dat de bedrijfsgegevens veilig zijn voor ongewenste buitenstaanders, kan er niet thuis of op andere flexibele plaatsen worden gewerkt.

Voor Microsoft was het invoeren van het nieuwe werken een stuk makkelijker, aangezien het bedrijf voorloper was in de computertechniek die het flexibel werken mogelijk maakt. Nu kan Microsoft gezien worden als één van de voorlopers van het nieuwe werken binnen Nederland en dient het als voorbeeld voor veel anderen bedrijven, die nog aan het begin staan van het overgangsproces.

Cultuurverandering
Adviesbureaus zoals Gendo en Wortell specialiseren zich in het ondersteunen van bedrijven die de overgang naar het nieuwe werken wagen. In eerste instantie waren deze bureaus vooral opgezet met de bedoeling om bedrijven te helpen de juiste ICT-faciliteiten in te voeren. Maar al snel bleek dat de cultuurverandering, die het tijd- en plaatsonafhankelijk werken met zich meebracht, voor problemen zorgde. ‘De computervaardigheden die nodig zijn om vanuit een andere plek op het systeem te kunnen werken, hebben de meeste mensen binnen tien minuten onder knie, maar daarna worden zij voor het probleem gesteld: hoe gaan we afzonderlijk samenwerken?’ zegt Arjen Kamphuis adviseur en IT-architect van adviesbureau Gendo. ‘Ook de transparantie van een online systeem als Wiki, waarmee iedereen kan zien hoeveel werk verricht wordt door anderen, kan heel confronterend zijn. Mensen die zich altijd druk voordeden, blijken opeens minder te doen dan gedacht’, aldus Kamphuis.

Bij het maken van de omslag naar het nieuwe werken komt veel kijken. Goede communicatie is daarbij essentieel. ‘Dit kan letterlijk een groepsgesprek zijn waarbij iedereen de kans heeft zijn of haar problemen en vragen aan bod te laten komen’, zegt Wietske Eveleens, zelfstandig organisatieadviseur. Cursussen en workshops kunnen helpen bij het op de juiste manier instellen van flexplekken om zo een gezonde werkplek te creëren. Maar ook bij het aanleren van een nieuwe manier van leidinggeven. Eveleens: ‘Leidinggevenden moeten leren op basis van vertrouwen te werken met hun ondergeschikten. Zij hebben immers niet meer dezelfde controle als wanneer hun werknemers dagelijks fysiek op kantoor aanwezig zijn.’

René Van Woezik, consultant en als ergonoom verbonden aan de ArboNed, een landelijke arbodienst voor advies en ondersteuning op het gebied van arbeidsomstandigheden en verzuimbeleid, vindt dat minimaal een half jaar van tevoren begonnen moet worden met oriënterende cursussen. ‘Hiermee kunnen zowel de werknemers als leidinggevenden worden voorbereid op het nieuwe werken. ‘

Voorbeeldfunctie
Microsoft heeft zich vooral gericht op de managers, die het goede voorbeeld moesten geven. ’Als managers laten zien dat zij patronen kunnen doorbreken, door andere werkplekken en -tijden voor zichzelf in te stellen, is dat een voorbeeld voor hun ondergeschikten’, aldus Ineke Hoekman, woordvoerster van Microsoft. Ook Laura Kluijtmans van IT-organisatie Wortell is voorstander van deze stijl. ‘Aangezien het team de nieuwe werkwijze van de managers moeten overnemen, hebben zij een voorbeeldfunctie.’

Wel is het belangrijk om in beschouwing te nemen dat de overgang naar het nieuwe werken veel tijd vergt. Volgens Blok van TNO moeten mensen de mogelijkheid krijgen om te wennen aan het flexibel werken. ‘Cursussen en workshops kunnen helpen bij de oriëntatie op het nieuwe werken, maar het heeft ook met ervaring te maken. Mensen moeten simpelweg een nieuwe balans vinden.’


Ubuntu ‘beschermt’ tegen Microsoft-claims

Op Webwereld (1, 2) mag ik een korte reactie geven op het bericht dat Canonical, de maken van Ubuntu Linux, haar klanten bescherming wil bieden tegen de patentclaims van Microsoft op Linux. Red Hat doet dit ook en noemt het een ‘noodzakelijk kwaad’

Softwarepatenten gelden vooralsnog niet in Europa en dit dus vooral zo’n typisch Amerikaans probleem waar vooral advocaten heel rijk van worden. Maar zelfs als we dat buiten beschouwing laten, hoe hard zijn die claims? Eerder financierde Microsoft het stervende bedrijfje SCO om op basis van vermeend eigendom van cruciale Unix/Linux elementen IBM te bedreigen. De zaak sleepte zich jaren voort maar bereikte niets. Behalve een hoop verwarring bij mogelijke Linux gebruikers. En dat was dan ook waarschijnlijk de voornaamste bedoeling.

Microsoft is al meer dan 10 jaar bezig met pogingen opensource in het algemeen en Linux in het bijzonder te ondermijnen. Tot nu toe met beperkt succes, Linux draait de meeste webservers, alle Tomtoms, vrijwel alle supercomputers en meer telefoons dan Windows mobile. Op de desktop, de thuisbasis van Microsoft, is een langzame opmars te zien.

Ondertussen roept Microsoft al jaren, eens per jaar, dat ze ‘binnenkort’ met allerlei patenten naar buiten komen waardoor Linux onbruikbaar zal zijn. Prof. Eben Moglen, advocaat van de Free Software Foundation, legt het nog even kort uit in een video:

Het zou bedrijven als Redhat en Canonical sieren als zijn niet alleen hun klanten maar ook de ontwikkelaars die (bijvoorbeeld) aan Linux werken zouden verdedigen tegen claims en afperspraktijken. Zolang ze dat niet doen bestaat het risico dat Steve Balmer met zijn jaarlijkse ‘be very afraid tour‘ sommige ontwikkelaars (met name in de VS) bang zou maken te werken aan vrije software. Want dat is exact wat Balmer wil.

Neelie zeg ondertussen: put up or shut up.

Ubuntu beschermt tegen Microsoft-claims

Auteur: Jasper Bakker

Linux-distro Ubuntu is nu verkrijgbaar met een supportcontract dat klanten vrijwaart voor patent- en copyrightclaims zoals die van Microsoft. De actie van Canonical krijgt ook kritiek.

Canonical gaat niet zover als Linux-concurrent Novell die ook vrijwaring biedt, maar daarvoor in 2006 een verstrekkende overeenkomst met Microsoft heeft gesloten. De Ubuntu-maker heeft vorige week zijn nieuwe supportdiensten onthuld, voor zakelijk gebruik van zijn besturingssysteem. Dit slaat op de server- en de desktopuitvoering van de Zuid-Afrikaanse Linux-distributie.

Juridische bescherming

In die nieuwe supportdiensten, Ubuntu Advantage geheten, is nu ook standaard een vrijwaring opgenomen. Daarmee dekt Canonical klanten af voor claims, op basis van intellectueel eigendom, zoals copyrights en patenten. Deze juridische bescherming (indemnification) heet Ubuntu Assurance en is van toepassing op alle supportcontracten voor zowel servers als desktops.

Volgens criticasters onderschrijft Canonical hiermee, net als Novell, de validiteit van claims dat Linux intellectueel eigendom schendt. Ondanks dat Microsoft niet wordt genoemd in de vrijwaring van Canonical, wordt die Linux-leverancier wel beschuldigd van collaboratie met de Windows-maker. Microsoft-ceo Steve Ballmer stelt namelijk al geruime tijd dat het open source-besturingssysteem patenten van de Windows-maker schendt. Zeker 235 stuks, aldus de topman. Welke patenten dat zijn, is tot op heden niet genoemd.

FUD

In de open source-gemeenschap overheerst de overtuiging dat het Microsoft hiermee gaat om het zaaien van FUD (fear uncertainty and doubt). Canonical krijgt kritiek dat het hieraan mee lijkt te werken. "Ik denk inderdaad dat Canonical hiermee binnen de community geen vrienden maakt", reageert open source-expert Arjen Kamphuis. "Maar Linux is Linux. Ooit was Suse de beste desktop (in 2005-2007) en nu is het Ubuntu. Het mooie van open source is dat je niet echt van wie-dan-ook afhankelijk bent."

Hij stelt dan ook niet verontrust te zijn over de Assurance voor Ubuntu. "Op de dag dat Ballmer laat zien dat er een echte claim ligt die niet door de community binnen een paar maanden gekilled kan worden door re-coding krijg ik interesse. Tot die tijd zijn al die claims FUD en moeten we ze niet te serieus nemen."

"We hebben dit met de SCO-zaak ook al gezien; Microsoft pompte geld in SCO om jarenlang FUD-campagne te voeren. Het is allemaal onzin, anders had Ballmer wel de patenten bij naam en nummer genoemd."

Amazon en HTC tekenen

In de zakelijke markt hebben patenten echter wel degelijk impact, ook internationaal. Zo hebben Amazon en HTC recentelijk getekend voor de patenten van Microsoft, die daarbij geheim zijn gehouden. Amazon draait zelf Linux op zijn cloud-servers en gebruikt open source in zijn e-reader Kindle.

Beide zijn genoemd in de verklaring over de verder geheime patentenovereenkomst met Microsoft. HTC voert het op Linux gebaseerde smartphonebesturingssysteem Android van Google. Daarvoor betaalt het nu royalties aan Microsoft. Android is dus niet gratis, concludeert Ballmer.

‘Beschermingsgeld’

De vergelijking met SCO gaat ook hier op. Enkele jaren terug heeft rond die Linux-bestrijder eenzelfde ‘beschermingsdilemma’ gespeeld. Microsoft en Sun Microsystems hebben toen vrijwaring voor hun klanten afgekocht bij de Unix-leverancier die rechten op Linux claimt. Daarmee bieden Microsoft en Sun gebruikers van hun producten bescherming tegen patent- en copyrightclaims. Computerproducent Dell heeft dat toen bewust niet gedaan voor zijn systemen met Linux.

 

Red Hat: vrijwaring van claims noodzakelijk kwaad

Gepubliceerd: Woensdag 16 juni 2010
Auteur: Jasper Bakker

Ook Red Hat biedt betalende klanten een omstreden vrijwaring van patent- en copyrightclaims tegen Linux. "Jammer genoeg noodzakelijk", zegt de Linux-marktleider.

Canonical biedt nu bij zijn supportcontracten voor Ubuntu bescherming tegen claims voor inbreuk op intellectueel eigendom. Dat omvat ook patentclaims zoals die van Microsoft.

Daarmee staat het bedrijf bepaald niet alleen. Sterker nog, ook Red Hat, marktleider op de zakelijke markt met zijn Red Hat Enterprise Linux (RHEL), doet datzelfde al enige jaren.

Omstreden

Dergelijke vrijwaring is niet onomstreden. Het biedt betaalde bescherming tegen claims waarvan iedereen in de open source gemeenschap stelt dat ze gebakken lucht zijn. Daarmee geven deze garanties juist legitimiteit aan vage patent- en copyrightclaims tegen Linux, aldus de critici.

Jan Wildeboer van Red Hat, dat al bijna vier jaar bescherming tegen claims biedt, reageert op de Assurance voor Ubuntu Linux. Hij verklaart dat het moeilijk te zeggen is of de vrijwaring voor claims een goede of slechte zaak is. Toch voegt hij daaraan toe: "Jammer genoeg noodzakelijk, IMHO".

"Wij doen dit al een paar jaar. Als public traded corporation publiceren we ook cijfers. Dus weet je hoeveel onze assurance waard is. Bij Canonical weet je niet hoeveel euro er klaar ligt indien nodig", antwoordt hij via Twitter. Vragen van Webwereld aan Canonical over de omvang van het beschermingsfonds zijn nog niet beantwoord.

‘Weinig nut’

Open source-expert Arjen Kamphuis is kritischer. Hij ziet weinig nut in Ubuntu Assurance: "Het is een beetje net als een Hummer, goed voor bange mensen maar slecht voor de rest van de wereld. Als iemand daar per se geld op wil stukgooien, moeten ze dat vooral doen maar ik zou het mijn klanten afraden. Niet in de laatste plaats omdat softwarepatenten in Europa niet geldig zijn. Dit is dus een Amerikaanse discussie en gaat niet over ons."

De Assurance komt echter standaard bij de supportdiensten die Canonical biedt. Kamphuis is daar wel positief over: "Dit lijkt me een prima oplossing voor kleine en middelgrote organisaties die zelf dergelijke support niet organiseren en er wel voor willen betalen. Belangrijk is wel om vast te stellen dat er heel veel organisaties in Nederland en de wereld goede support kunnen verlenen, door de openheid van Ubuntu. In Nederland hebben we LPI (Linux Professional Institute) certificeringen bijvoorbeeld."

Oracle was eerste

Red Hat biedt zijn klanten al sinds november 2006 indemnification. Het volgde daarmee vrijwel direct op concurrent Novell, die voor die vrijwaring een vergaande overeenkomst met Microsoft heeft gesloten. Red Hat tekende niet bij de Windows-maker, maar belooft klanten wel bescherming. Oracle biedt voor zijn Red Hat-kloon Unbreakable Linux ook indemnification. Het kwam daarmee een week voordat Novell en Microsoft hun deal onthulde.

Red Hat heeft bij de onthulling van de eigen indemnification in 2006 al gesteld dat het reeds bestaande Open Assurance-programma belangrijker is. Daarbij biedt de Linux-leverancier klanten de garantie dat het code die inbreuk maakt op andermans rechten herschrijft of vervangt. Indien dat niet mogelijk is, belooft Red Hat de rechten voor gebruik af te kopen bij de eigenaar.

Vervangen of afkopen

Canonical doet nu dezelfde toezegging bij zijn supportcontracten. Het belooft klanten inbreukmakende code te vervangen of te herschrijven, of de rechten voor het gebruik daarvan af te kopen. Daarnaast belooft het bedrijf ook juridische steun. Dat betreft compensatie voor claims die tegen zijn klanten worden ingediend. Het lijkt daarmee minder ver te gaan dan andere leveranciers, die beloven de verdediging namens klanten te voeren in rechtszaken.


Kroes: vendor lock-in is geldverspilling

In een recente speech gaf Neelie Kroes aan dat slecht functionerende IT-markten en hoge leveranciers-afhankelijkheid verstrekkende gevolgen heeft voor het functioneren van publieke instellingen en bedrijven in Europe. Er is veel winst te halen, zowel maatschappelijk als economisch, door sterk in te zetten op open standaarden en opensource software. ‘Dat is een verspilling van publieke gelden die overheden zich niet langer kunnen veroorloven.’

Een samenvatting van de speech van Kroes staat vandaag op Computable.nl met mijn commentaar.

Kroes: vendor lock-in is geldverspilling

Vendor lock-in door overheden is een verspilling van publieke gelden. Dat zei eurocommissaris Neelie Kroes donderdag 10 juni op de OpenForum Europe Summit 2010 in Brussel. Ze wil gedetailleerde richtijnen voor overheidsaanbestedingen opstellen, die overheden moeten behoeden voor vendor lock-in. Daarnaast wil ze softwarefabrikanten gaan verplichten om hun producten open te maken.’Veel autoriteiten hebben zichzelf onbedoeld voor de duur van tientallen jaren opgesloten binnen gesloten technologie’, zei Kroes.

Na een zeker moment raakt die oorspronkelijke keuze zo ingesleten, dat alternatieven systematisch worden genegeerd, ongeacht de voordelen daarvan. Dat is een verspilling van publieke gelden die overheden zich niet langer kunnen veroorloven.’ Kroes wil er structureel voor zorgen dat ‘significante marktspelers’ interoperabiliteit binnen hun producten niet langer kunnen negeren: ‘De Commissie zou niet iedere keer een epische antitrust-zaak moeten hoeven voeren, iedere keer dat software interoperabiliteit mist. Zou het niet fijn zijn om al zulke problemen in één keer op te lossen?’

‘Fan van open standaarden’
‘Ik ben nog steeds een fan van open standaarden’, zei Kroes. Ze referereerde met die uitspraak aan een gloedvol betoog voor open standaarden dat ze exact twee jaar geleden hield. Ze zei toen onder meer: ‘Geen burger of bedrijf zou moeten worden gedwongen om voor gesloten technologie te kiezen in plaats van open, alleen omdat een overheid die keuze al voor hem gemaakt heeft.’

Licentiekosten
Volgens Arjen Kamphuis, in 2002 initiator van de Motie-Vendrik, heeft Neelie Kroes het ‘goed begrepen’: ‘Markten dienen de samenleving het beste als ze open en eerlijk functioneren en de overheid dient dat te borgen. Goedschiks waar het kan en kwaadschiks waar het nodig is. Informatievoorziening is te belangrijk geworden om in handen te geven van een handvol partijen die vooral zo veel mogelijk software willen verkopen. Overheden maar ook bedrijven en burgers moeten streven naar autonomie en partijen kiezen die ze daarbij willen helpen.’

‘Zelfs in het crisisjaar 2009 waar onze economie kromp nam de import van proprietary software met bijna 10 procent toe’,  vervolgt Kamphuis. ‘Dat is niet iets wat Nederland duurzaam kan volhouden en het is ook niet nodig. Voor de miljarden aan licentiekosten kunnen beter Nederlandse en Europese opensourceprojecten worden gesteund en dienstverleners worden ingehuurd om vrije software te maken die we allemaal nodig hebben. De overheid zou met visie en inzet van haar marktmacht (12-13 procent van de markt) dit proces moeten aanjagen.’


Ambtenaar 2.0 van de week

Ambtenaar 2.0 logoNaar aanleiding van mijn blogpost over de meest recente ontwikkeling rond Goud en de Rijkswerkplek ben ik een discussie begonnen op de community site van Ambtenaar 2.0. Dit werd een gedetailleerde uitwisseling waar ik zelf ook weer van leerde. De redactie van A2.0 heeft mij nu tot Lid van de week gemaakt en dus mag ik nog eens uitleggen wat Gendo is en waarom we doen wat we doen.

Soms wordt er wat verbaasd gereageerd op onze betrokkenheid bij maatschappelijke zaken waar we niet direct zakelijke iets mee te maken hebben. Naast ondernemers zijn wij echter ook burgers en mensen en iedereen binnen Gendo krijgt tijd en middelen om die rol in te vullen met de kennis en kundes die we hebben.


Security workshop Cascadis Webmasterclass

Op donderdag 17 september heeft Gendo een workshop verzorgt voor de Cascadis Webmasterclass bijeenkomst. Arjen Kamphuis en Menso Heus gaven de aanwezigen een breed overzicht van hoe het security landschap er uit ziet, wat een aantal veel voorkomende bedreigingen zijn en wat de deelnemers daar aan konden doen.

De workshop deelnemers werkten voor gemeenten, waterschappen, de politie en andere overheidsinstellingen en gebruikten een grote diversiteit aan systemen. Door een meer theoretische uitleg over security principes te geven in plaats van zeer systeemgerichte informatie slaagde Gendo er in de workshop voor iedereen interessant te houden.

De reacties van de deelnemers waren positief en de workshop bevatte volgens velen een groot aantal ‘eye openers’. Daar zijn we bij Gendo altijd erg blij mee. Volgende maand trainen we nog een Webmasterclass en op 18 november leveren we een bijdrage aan het Cascadis Congres, we zien er naar uit! Hier de slides in ODF en PDF. Eerder dit jaar nam Digitaal Bestuur een interview af. Hier wat meer over onze visie op informatiebeveiliging, voor ons een integraal onderdeel van IT-strategie.