Auteur: arjen

Auteursrecht maakt meer kapot dan je lief is

In een artikel in de NRC van 17 april maken Martin Bossenbroek en Hans Jansen duidelijk waarom de het auteursrecht de ontwikkeling van een landelijke digitale bibliotheek in de weg staat. Om een werken in een dergelijke bibliotheek op te nemen en via Internet te ontsluiten is het onder de bestaande wetgeving noodzakelijk alle mogelijke rechthebbenden te achterhalen en hun toestemming te verkrijgen. Dit is in veel gevallen praktisch volstrekt onhaalbaar.

De auteurs noemen een treffend voorbeeld van een exemplaar van Panorama uit 1921 waar tientallen freelancers aan hebben meegewerkt. De namen van al deze personen achterhalen, bepalen of hun sterfdag voor of na 1937 ligt (het auteursrecht blijft geldig tot 70 jaar na de sterfdag van de auteur) en dan alle mogelijke erfgenamen vinden vormt een berg administratief werk dat zo’n Panorama onbetaalbaar maakt om online beschikbaar te stellen.

Het eindresultaat is dus dat het exemplaar van de Panorama in papieren formaat bewaard blijft en niemand het kan gebruiken voor onderzoek of onderwijs over de recente geschiedenis van Nederland. De feitelijke beschikbaarheid van het werk voor de samenleving is effectief tot nul gereduceerd. Nog erger is het met zeldzame nitraatfilms die niemand uit angst voor de auteurswet durft te digitaliseren en die binnen enkele decennia uit elkaar zullen vallen. Voor eeuwig verloren.

En da’s gek.

Want het doel van auteursrecht wetgeving is tenslotte het stimuleren van de creatie en verspreiding van de werken van de menselijke geest ten behoeve van de samenleving (en niet, zoals de BUMA’s van deze wereld roepen, het recht om geld te drukken door uitgevers). De vraag roept zich op of de samenleving dan daadwerkelijk gebaat is bij een auteursrecht dat zich uitstrekt tot 70 jaar na de dood van de auteur. Het zicht op financiële beloning zal na de dood de auteur niet meer stimuleren tot het maken van nieuw creatief werk. Bovendien zit de bulk van de verdiensten in de praktijk in de eerste paar jaar na initiële publicatie, dit was 100 jaar geleden al zo maar geldt in de snelle economie van vandaag de te meer.

Uit een onderzoek van de Cambridge universiteit van vorig jaar blijkt dat een beschermingsperiode van 15 jaar de economisch optimale balans geeft tussen de financiële belangen van auteurs en de vrije beschikbaarheids belangen van de de samenleving als geheel.

Auteursrecht is een de overheid kunstmatig gecreëerde schaarste met een doel. Dat doel wordt echter in deze eeuw duidelijk niet gediend door de wetten die er voor gemaakt zijn. Waarom is het auteursrecht zo lang? Lawrence Lessig heeft daar uitgebreid over geschreven (boekdownload) maar in het kort komt het neer op ordinair lobbyden van uitgevers en de muziek- en filmindustrie (ik heb het altijd tekenend gevonden dat ze zichzelf een industrie noemen – in de geadopteerde naam geen enkele schroom over hun eigen gebrek aan schoonheid en creativiteit). Sinds het ontstaan van auteursrecht in de 18e eeuw (voornamelijk een gevolg van de uitvinding van de boekdrukkunst) is de lengte van het auteursrecht stapje voor stapje verlengt van de oorspronkelijke 14 jaar naar 70-jaar-na-de-sterfdag-van-de-auteur.

Met de komst van instellingen als de World Intellectual Propertery Organization (WIPO) wordt dit met name Amerikaanse model wereldwijd opgelegd. Om lid te mogen worden van de WTO, en dus te kunnen genieten van lage invoertarieven in westerse landen worden regeringen gedwongen het WIPO verdrag te ondertekenen en zitten dan opgescheept met een auteursrecht dat het hergebruik van hun cultureel erfgoed in gevaar brengt. Wellicht is het tijd dat Nederland weer eens de de leiding neemt op het gebied van de verspreiding van intellectuele werken zoals we dat ook in de 18e eeuw deden. Toen waren in Nederland gedrukte, opruiende, boeken medeverantwoordelijk voor de Franse revolutie (uitspraken over cake speelden ook een rol).

Het beschikbaar maken van kennis en cultuur voor de samenleving is duidelijk niet gediend bij de huidige wetgeving. De oplossing is niet een nog complexer stelsel van vergoedingen zoals Ewoud Sanders in een reactie in het NRC voorstelt maar een fundamentele herziening van de doelstelling en werking van het auteursrecht. Het onderzoek van Lawrence Lessig, de Free Culture beweging en het recente onderzoek uit Cambridge geven allemaal de goede richtingen aan. Nu nog een paar beleidsmakers met het lef de samenleving te dienen in plaats van de uitgevers- en muziekindustrielobby.

Dit werk valt, net als al mijn publieke werk, onder een Creative Commons licentie. Want het grootste risico dat een auteur vandaag de dag kan lopen is niet dat je werk ‘gestolen’ wordt maar dat je werk niet gelezen wordt. Share & enjoy!


Dubbele standaarden?

Op de open standaarden / opensource nieuws site Livre.nl waar soms mijn schrijfsels ook worden gepubliceerd staat een opmerkelijk stuk door de hoofdredacteur van het Belgische IT-Professional over de verschillen en overeenkomsten tussen ODF en OOXML als ‘open’ document standaarden. Eerder schreef ik voor Livre een column over het verziekte verloop van het besluitvormingsproces rond de gewraakte Microsoft standaard in Geneve.

Dominique Deckmyn sluit zijn stuk af met de onsterfelijke woorden:  "Vergeet dus even die dromerige idealen rond open standaarden. In de échte wereld, waarin IT professionals elke dag hun werk moeten doen, is de goedkeuring van Open XML een goede zaak."

Van een bedrijf verwachten dat ze zich aan de wetten en regels van een samenleving houden is volgens Deckmyn een ‘dromerig ideaal’. Fijn denkkader heeft deze professional.

Inmiddels loopt er in Engeland een rechtzaak tegen de lokale standaarden organisatie. En word door de EU al langer onderzoek gedaan naar het hele OOXML standaardisatie proces. Ik heb DD maar even een berichtje gestuurd:

Beste Dominique,
Wij (open standards-minded IT-professionals) hanteren inderdaad twee standaarden:
1. voor standaarden die met een grote mate van consensus zijn ontstaan, geacepteerd in een transparant en niet gecorrupteerd proces en waar bovendien meerdere, werkende, en interoperabele implementaties van bestaan waar we van een aantal de broncode kunnen bestuderen.
2. voor technische specificaties die door een meermalig vervoordeelde monopolist met veel omkoopgeweld door kapot gemaakte standaardisatieprocessen worden geramd en waar nul (0!) werkende implementaties van bestaan.

Dat daar dus geen misverstand over is.

Als je de noodzaak van het verschil tussen die twee niet snapt zou ik maar eens op zoek gaan naar een moreel kompas, je zou als professional eens ernstig de weg kunnen kwijtraken en je clientele in gevaar kunnen brengen.

Met vriendelijke groet, Arjen Kamphuis


OV chipkaart, bestuurlijke zombie?

Een paar weken geleden schreef ik hier al over de OV-chip farce als ‘een geloof in de platte Aarde’. De werkelijkheid is echter nog erger dan een 21ste-eeuwse staatssecretaris die Middeleeuwse denkbeelden aanhangt. De OV-chipkaart is net een zombie in een low-budget film. Iedere keer als je denkt dat hij nu écht dood is omdat het niet meer lachwekkender en ongeloofwaardiger kan, staat de bloederige vleesklomp toch weer op om grommend nog een wannabe-acteur te lijf te gaan.

Het is opvallend dat de afgelopen dagen vrijwel niemand heeft bericht over het verschijnen van een rapport (PDF) van Inno-V, een adviesbureau voor duurzame mobiliteit. Alleen Kassa en Webwereld besteedden er aandacht aan. Of zou het zijn dat werkelijk niemand deze ‘gebakken lucht’ nog serieus genoeg neemt? Of heeft de meerderheid zich inmiddels neergelegd bij de overwinning van de OV-zombies?

Het rapport is een oefening in bestuurlijk doordouwen van iets dat niemand meer wil. Legitieme problemen worden gebagatelliseerd of genegeerd. Privacy- en veiligheidsissues worden afgedaan als ‘media-hypes’. Hoewel het rapport de laatste TNO-uitspraken zonder meer overneemt, wordt het Britse contra-expertiserapport genegeerd ‘omdat het nog niet beschikbaar was’. Curieus, want het Britse rapport, dat vriendelijk doch kordaat gehakt maakt van eerdere TNO-studies, was publiekelijk beschikbaar op 15 april. Het persbericht van OV-ambassadeur Jeltje van Nieuwenhoven over het rapport is van 17 april en het bestand op de site van Inno-V dateert van 21 april. Als je in de 6 dagen tussen de Britse studie en het uitbrengen van het rapport de nieuwe inzichten had meegenomen in de overwegingen, was er wellicht nog een spoortje van geloofwaardigheid te bekennen geweest. Nu komt het rapport op mij op z’n best over als geklungel en op z’n slechts als moedwillige selectieve informatievoorziening. En dat op een dossier waar TNO al keer op keer de plank volkomen missloeg.

In het rapport is geen enkele indicatie te vinden dat er overleg is geweest met de technische experts die de afgelopen maanden kritiek hebben geleverd en waarbij keer op keer bleek dat die experts het bij het rechte eind hadden. Dit in tegenstelling tot TNO. Waarom geen gebruikgemaakt van deze expertise? Een Google-zoekje op de namen van de technische ‘experts’ die door Inno-V wél geraadpleegd zijn, geeft geen enkele indicatie dat deze personen ooit iets gepubliceerd hebben op het gebied van RFID-security. Wel was één van deze experts betrokken bij de invoering van de OV-chipkaart in de provincie Zuid-Holland. Geen belangenverstrengeling ofzo hoor, niets daarvan. De beste man is na zijn directeurschap gewoon zelfstandig adviseur geworden. Ik ken de door Inno-v gevraagde experts niet. Wellicht zijn het zeer verstandige mensen en mogelijk ook nog ter zake kundig, maar dat blijkt nergens uit.
Over privacy heeft Inno-V een wel zéér opmerkelijk perspectief: ‘Veel reizigers maken zich niet erg druk over privacy: het wordt pas een issue als er in de media een issue van wordt gemaakt.’ Je zou ook kunnen zeggen dat mensen zich druk gaan maken over hun privacy als ze voorgelicht worden over de mogelijke consequenties. Dit voorlichten gaat nu eenmaal meestal via de media, want de overheid of OV-bedrijven houden zich daar niet zo mee bezig.

Het rapport ‘wil het vertrouwen van de reiziger in de OV-chipkaart herstellen’. Daarom negeren ze alle experts die ooit een correcte analyse hebben gegeven van de problematiek, negeren ze moedwillig cruciale contra-expertiserapporten en bagatelliseren ze serieuze privacyissues door ze af te doen als ‘media-hypes’. Nee, dat komt helemaal goed met die OV-chipkaart.

Ik ga wat zombiefilms downloaden. Wellicht zitten daar nog wat goede tips in hoe we van dit monster afkomen. Voorlopig ben ik voor Ripley’s advies: ‘nuke the entire site from orbit. It’s the only way to be sure’. Het zijn immer taaie rakkers, die bestuurders zombies.

Op Sargasso.nl commentaar en discussie en ook geplaatst op Digitaal Bestuur.
 


Segway mag weer!

Hoera! Ten lange leste heeft het de Minister van Verkeer en Waterstaat behaagd om de Segway weer toe te laten op de Nederlandse fietspaden. Waarom dit proces anderhalf jaar (en dus voor mij heel wat dure en vervuilende taxiritten) heeft moeten duren is volstrekt onduidelijk. Laat in december 2006 werd besloten dat de Segway wellicht onveilig was en dus van de weg af moest.

Na fel protest uit de Tweedekamer kwam er een onderzoek van de Verkeersveiligheids dienst dat hierover duidelijkheid zou scheppen. De minister beloofde een onderzoek binnen 6 maanden te doen en als de uitkomst positief zou uitvallen voor de Segway zou deze weer toegelaten worden. In de zomer van 2007 deed ik mee aan dit onderzoek en de uitkomst was, net zoals in Duitsland, Spanje, Frankrijk en andere plekken, dat de Segway niet gevaarlijker dan een (snor)fiets was.

Toen gebeurde er iets geks; de Minister (of waarschijnlijker een van zijn ambtenaren) was plots van menning dat er eerst EU goedkeuring nodig was om een dergelijk nieuw voertuig toe te laten op de openbare weg. Nevermind dat alle EU landen om ons heen het ding al lang toelieten en dat vanuit Brussel een keurig briefje kwam dat Nederland zelfstandig mocht beslissen in deze zaak. De Minister wilde EU goedkeuring en dat zou wel tot diep in 2009 kunnen gaan duren. Het gemak waarmee gemaakte afspraken met terugwerkende kracht werden gewijzigd was zorgelijk. Gelukkig bleven een paar kamerleden, met name Paul de Krom (VVD) zich vastbijten in de vage excuses van de Minister om de Segway niet toe te laten. Uiteindelijk was er een motie voor nodig om de zaak om te krijgen. Gek dat als je je als burger niet aan de regels houdt dat jou probleem is terwijl als de oveheid zich niet aan de regels houdt dat ook jou probleem is.

Over 2 maandjes mag ik dus weer gebruik maken van mijn Segway. Ik heb vandaag de bandjes opgepompt en ben bij London verzekeringen (een klant van Gendo) langsgeweest om met Egbert Gerritsen, Algemeen directeur en de Segway op de foto te gaan. Binnenkort mogen zij mijn Segway weer verzekeren en dan kan ik weer electrisch van station naar eindbestemming zoeven. Hier het persbericht van London en hier het interview in Trouw.

 


Zorg logistiek in de toekomst

In opdracht van de Healthcare divisie van GetronicsPinkRoccade maakte Gendo een krantenpagina zoals over zorg&gezondheid zoals die er in 2023 uit zou kunnen zien. Dit document discussiestuk voor twee klantendagen die Getronics voor haar logistieke klanten in de zorg organiseerde. Gendo leverde een presentatie gevolgd door een interactieve sessie voor deze dagen. Samen met de medewerkers van Getronics spraken we met professionals uit de praktijk over de zorgorganisatie van de toekomst, de veranderende zorgvraag, technische mogelijkheden en de impact van het nieuwe nationale IT-beleid. Klik hier of op de afbeelding voor een PDF. De presentatieslides staan hier.


FD Healthcare 2023


3D printer opensourced

‘Economie is de wetenschap van menselijke keuzeprocessen onder condities van schaarste’ zo legde mijn leraar economie mij ooit uit op de middelbare school. Die definitie is mij altijd bijgebleven omdat de economen zich altijd vol overgave storten op het begrijpen van de keuzeprocessen en de schaarste als gegeven beschouwen. Materiële schaarste lijkt een gegeven (zoals de lichtsnelheid of het feit dat je boterham altijd met de pindakaas naar beneden op de vloer valt) omdat het er tot nog toe altijd geweest is. Vroeger waren er te weinig vuistbijlen en nu is er een te kort aan de nieuwste mobiele telefoons. Het maken van deze dingen kost moeite en dat moet gecompenseerd worden met een geit, goudstukken of een serie bits in het geheugen van een bankcomputer.

Als we ons nu eens druk zouden maken over dat schaarste element, in plaats van zo veel energie te steken in het bestuderen van gedrag dat er uit voortkomt. Zijn we dan niet veel constructiever bezig? Op internet is schaarste over het algemeen geen probleem, te veel is eerder de issue. Selectie en filteren van informatie en data is de uitdaging, niet de productie of reproductie ervan. De kosten van datareproductie via internet zijn weliswaar niet nul, maar wel zo laag geworden dat we het bijna niet meer kunnen meten. Een laptop van 250 euro en een internetverbinding van een tientje in de maand geeft toegang tot meer data, informatie en communicatiemogelijkheden dan een mens aan kan. Dankzij de visie van Richard Stallman hebben we vrijwel alle software dat nodig is om het internet te maken, gratis. Net zo belangrijk is het feit dat we die software gezamenlijk verder kunnen verbeteren en aanpassen om nieuwe dingen te doen. Dingen die we ons een paar jaar geleden nauwelijks voor konden stellen. Een dergelijke open manier van samenwerken maakt het wellicht moeilijker voor individuen om miljardair te worden, maar voor de samenleving als geheel is het duidelijk positief.

De fysieke wereld leek zich tot voor kort altijd te onttrekken aan dergelijke idealen. Atomen opstapelen en over de wereld rondslepen kost nu eenmaal energie en dat is niet gratis. De 3D-printer, gemaakt door een team van open source-minded ingenieurs, is een apparaat dat van vloeibare plastics (en in de toekomst metaal) driedimensionale objecten maakt op basis van digitale informatie. Dergelijke apparaten bestaan al bijna tien jaar, maar dit nieuwe model is in staat vrijwel al zijn eigen onderdelen te printen en is dan ook in staat om kopieën van zichzelf te maken. Op hun wiki staat alle informatie die je nodig hebt om bij jou thuis een eerste exemplaar te krijgen om jouw buurt te voorzien van objecten. Inclusief meer printers en upgrades voor de printer. Het is de bedoeling dat de printer een écht open sourceproject gaat worden met nieuwe functionaliteit die gedreven wordt door de wensen van de gebruikers.

Hier een video die een beeld geeft van het werkende systeem. Het print voorlopig vooral eenvoudige kunststof objecten, en nog geen bananen. Het is dan ook nog lang geen Startrek replicator. Maar van iets experimenteels een krachtig en bruikbaar instrument maken, daar weet de open sourcecommunity wel raad mee. Gaan we ook een stukje materiële schaarste oplossen. Als econoom zou ik me maar gaan specialiseren in ‘abundance economy’.


Voortschrijdend inzicht

Voor Livre schreef ik samen met Bauke Keulen van het Ministerie van Defensie (een van de Train the Trainer studenten van vorig jaar) een stuk over de praktijk van ODF iplementatie bij de Rijksoverheid. Bauke deed dit op persoonlijke titel. Ik ook maar da’s niet anders dan anders. Door Bauke Keulen en Arjen Kamphuis

De invoering van het Open Document Format (ODF), zoals in het actieplan Nederland Open in Verbinding aan de overheid wordt opgedragen, verloopt via een weg van geleidelijkheid. Zo blijkt uit het artikel dat gisteren op de website van NOiV werd gepubliceerd. De publicatie is een goed initiatief om transparant te zijn in de manier waarop de overheid de invoering denkt aan te pakken. In de geest van de titel van het actieplan wordt nu maximale openheid gegeven over de praktische problemen bij de invoering van ODF, zodat gebruik gemaakt kan worden van de kennis die in de Nederlandse open source gemeenschap beschikbaar is.

Uit het artikel blijkt dat de nodige problemen worden ervaren. Zoals de conversie-systemen die niet helemaal voldoen. Daarnaast is een brede uitrol van applicatie(s) die ODF standaard ondersteunen, als gekeken wordt naar de termijn tot eind april, te ambitieus. Zo meldt de Open Documenten Werkgroep. Een optimale werking van de interne bedrijfsvoering en communicatie met burger en bedrijfsleven moet gegarandeerd zijn en mag niet door de invoering van ODF worden verstoord. Niemand zit te wachten op belangrijke documenten en spreadsheets die hun gegevens en opmaak verliezen. Niet voor niets adviseert de Open Documenten Werkgroep om conversie zoveel mogelijk te voorkomen.

Pragmatisch
Aan de andere kant is het beleid nu juist ontwikkeld om open communicatie met de burger (en het bedrijfsleven) te faciliteren zonder deze te verplichten eerst bepaalde producten aan te schaffen. Waar de techniek het beleid nog niet helemaal waar kan maken zal er pragmatisch mee omgesprongen worden. Veel conversieproblemen zijn wellicht ook op te lossen door kleine aanpassingen in bijvoorbeeld bestaande templates. Een template dat ooit ontwikkeld is zonder aandacht voor platformonafhankelijkheid en digitale duurzaamheid, kan nooit een reden zijn om de wens van kabinet en parlement te negeren. Dat is precies het soort verkeerde bedrijfsmatigheid waar Herman Tjeenk Willink het vorige week over had. Een definitieve keuze voor ODF als standaard bestandsformaat bij de overheid ligt voor de hand. Vooralsnog wordt ODF echter gezien als nevengeschikt aan andere open standaarden. Er is dus geen sprake van verplichtingen.

Met ODF als documentenstandaard schept de overheid ruimte voor zichzelf om in de toekomst documenten te bekijken en te bewerken met een breed palet aan softwareoplossingen op allerlei platformen. ODF opent de markt voor documentverwerkende applicaties. Of dit nu een tekstverwerker, een content- of en document management systeem is.

Eee PC
De worsteling tussen beleidsprincipes en afspraken met volksvertegenwoordiging enerzijds en de pragmatische obstakels anderzijds zal nog wel even voortduren. Hulp van de community zal daarbij zeker welkom zijn. Daarom gaat Gendo haar wedstrijd rond ODF iets aanpassen. We vragen de actieve leden van de open source community mee te denken met NOiV en tips te geven die het proces van implementatie kunnen vergemakkelijken. De beste tip wordt beloond met eeuwige roem en een Eee PC. De wedstrijd loopt tot en met 30 mei.